Introductieles PO V4

1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-4

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Een kijkje onder water...
… leert ons veel over de waterkwaliteit!

Slide 2 - Slide


Welk water is het schoonst?

A
B
C
D

Slide 3 - Quiz

Typ je antwoord(en) in op je iPad!
Wanneer is water schoon?

Slide 4 - Mind map

Wanneer is water schoon?
  1. Als er geen chemische stoffen in het water zitten.
  2. Als er niet te veel voedingsstoffen in het water zitten.
  3. Als het water helder is.
  4. Als er genoeg zuurstof in het water zit.
  5. Als er geen afval in het water ligt zoals plastic.
  6. Als er veel waterplanten in het water groeien.
  7. Als er veel verschillende soorten waterdiertjes in voorkomen.
  8. Als er geen bacteriën in zitten waar je ziek van wordt.

Slide 5 - Slide


Waarom is dit water zo groen?
A
Kroos
B
Algen
C
Waterplanten
D
Bladafval van bomen

Slide 6 - Quiz

Welk dier eet algen?
Wat denken jullie?

Slide 7 - Slide

...eet algen
De Watervlo...

Slide 8 - Slide


Dit is een omhulsel dat overblijft als het dier eruit kruipt.

Het dier dat uit deze larve komt lust graag watervlooien 

A
Waterjuffer
B
Eendagsvlieg
C
Geelgerande waterkever
D
Libel

Slide 9 - Quiz

Libellen vangen vliegende insecten, zoals muggen, vliegen, motten, etc. Soms ook vlinders en elkaar.


De larven eten naast watervlooien ook andere kleine waterdiertjes. De larven worden gegeten door waterkevers, vissen en vogels.

Huidje waar de libel uitgekropen is

Slide 10 - Slide

Deze larve heeft een omhulsel van blaadjes, takjes, steentjes om zich heen gebouwd als bescherming .

Slide 11 - Slide


Hoe denk je dat biologen deze larve genoemd hebben?

Hoe denk je dat de larf heet?
A
Kokerjuffer
B
Watertak
C
Draadsluiper
D
Waterwants

Slide 12 - Quiz

Welk volwassen insect ontwikkeld zich uit en kokerjuffer?
A
B
C
D

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide


Deze diertjes hebben hun naam te danken aan hoe ze zwemmen.


Hoe denk je dat ze heten?

A
Roeitor
B
Zwemkever
C
Bootsmannetje
D
Roeiwants

Slide 15 - Quiz

Ze heten ruggenzwemmer (omdat ze op hun rug zwemmen) of bootsmannetje (omdat ze lijken op een mannetje wat een boot voort duwt met een peddel)

Slide 16 - Slide

Veel waterdiertjes kunnen alleen overleven bij een bepaald soort water. Het moet heel schoon zijn of heel vies, veel zuurstof bevatten of juist niet. Waterkwaliteit is dus heel belangrijk! 





Indicatorsoorten

Slide 17 - Slide

Andersom zijn de typen waterdiertjes dus een indicatie van hoe goed de waterkwaliteit is. Juist omdat ze maar bij bepaalde omstandigheden overleven. 

Slide 18 - Slide

Biologische waterkwaliteit
Gaan we bepalen aan de hand van
1. aantal soorten waterdiertjes

Slide 19 - Slide

Tabel A
  • let op: het gaat om aantal soorten
  • Dus als je 30 van dezelfde kikkervisjes hebt gevangen noteer je 1 soort amfibie in je tabel
  • Deze tabel vul je niet ter plekke in. Je maakt een lijst met gevonden diertjes en gaat dan later kijken of en hoe deze in de tabel passen
  • Niet alle gevonden diertjes komen in de tabel voor

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Biologische waterkwaliteit
Gaan we bepalen aan de hand van
2. Indicatorsoorten

Slide 22 - Slide

Tabel B
  • Deze tabel doorloop je van boven naar beneden
  • Zodra je een gevonden soort tegenkomt noteer je het cijfer dat daarachter staat
  • Dus als je geen haftenlarven hebt gevonden maar wel 1 soort kokerjuffer, noteer je een 3

Slide 23 - Slide

Waterkwaliteit

Slide 24 - Slide

Fysisch-chemische waterkwaliteit
Gaan we bepalen aan de hand van
een aantal abiotische factoren (zie je boekje)

Slide 25 - Slide

Beschrijving plantengroei
• Je gaat een strook (met veel begroeiing) van 1 meter breed bekijken. Je brengt de planten op naam met behulp van een zoekkaart of de Obsidentify-app. Laat zien welke planten er op welke plek leven, vanaf het water tot minstens 5 meter (liefst verder) op de kant
• Probeer te verklaren waarom bepaalde planten op bepaalde plekken leven (denk aan vocht, licht, voedingsstoffen etc.). Dit kun je ook thuis opzoeken
• Zoek van zoveel mogelijk planten de (wetenschappelijke) naam op. Op school kun je boeken vinden of gebruik de app “plantnet”.
• In je verslag komt dus een tekening of een fotocollage (dus niet alleen een overzichtsfoto) van “jouw” stukje oever. Daarbij een stuk informatie over deze planten.

Slide 26 - Slide

Nederlands water wordt steeds schoner, 
maar is nog steeds veel te vies
De meeste wateren voldoen niet aan de eisen voor de  waterkwaliteit van de overheid. 

De ecologische kwaliteit is matig, ontoereikend of slecht.

Slide 27 - Slide

Dat is jammer!
Dieren die afhankelijk zijn van water verdwijnen!

Slide 28 - Slide

Welke dingen kunnen de
waterkwaliteit beïnvloeden?

Slide 29 - Mind map


Slide 30 - Slide

Zet de dieren in de juiste volgorde: van vies naar schoon
Sleep ze naar de waterkwaliteit waar ze vooral voorkomen

Slide 31 - Drag question

Dinsdag 6 mei
  • We gaan werken in groepjes van 2 leerlingen
  • Je kunt worden ingedeeld voor de ochtend (9-11:30), daarna heb je het 6e t/m 8e uur gewoon les
  • Of je wordt ingedeeld voor de middag (12-14:30), je hebt dan het 1e t/m 3e uur gewoon les, daarna fiets je op je gemak naar Bornerbroek

Slide 32 - Slide

Indeling
  • We houden zoveel mogelijk rekening met jullie voorkeuren (met wie je wil samenwerken en of je in de ochtend of middag wil gaan)
  • Via deze link kun je je voorkeuren doorgeven: https://forms.gle/sDbDqW9xP8xcfg2Q7
  • Op woensdagmiddag 16 april wordt de indeling bekend



Slide 33 - Slide