1. present simple (ja hoor... deze gebruik je ook voor de toekomst)
- als iets in de toekomst gebeurt volgens schema of rooster
2. will / won't (+ hele werkwoord)
- voor beloftes, voorspellingen
* Shall + I / we + hele werkwoord
- als je een suggestie doet met een vraag
3. 'to be' going to (+ hele werkwoord)
- om te praten over intenties of plannen