HV1A Chapitre 3. Vanaf Grammaire D

CHAPITRE 3 BONJOUR! HV1A
1 / 33
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

CHAPITRE 3 BONJOUR! HV1A

Slide 1 - Slide

LE PROGRAMME
Gebouwen in Parijs
Contrôle Vocabulaire A & B
Het werkwoord être herhalen
Correction Exercices 16, 17, 18

Slide 2 - Slide

WELKE GEBOUWEN KEN JE IN PARIJS?

Slide 3 - Mind map

HOE HEET DIT GEBOUW?

Slide 4 - Open question

HOE HEET DIT GEBOUW?

Slide 5 - Open question

HOE HEET DIT GEBOUW?

Slide 6 - Open question

Vertaal: porter
A
eten
B
naar huis gaan
C
dragen
D
beginnen

Slide 7 - Quiz

Vertaal ik ga
A
tu vas
B
je vais
C
je rentre
D
je vas

Slide 8 - Quiz

Vertaal: Hoe laat is het

Slide 9 - Open question

FRANSE SCHOOLVAKKEN

Slide 10 - Mind map

Vertaal: le cours
A
de les
B
de jongere
C
de week
D
de week

Slide 11 - Quiz

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?
A
le dessin
B
la biologie
C
les maths
D
le matin

Slide 12 - Quiz

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?
A
le prof
B
la langue
C
le cours
D
l'après-midi

Slide 13 - Quiz

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?
A
rentrer
B
détester
C
manger
D
premier

Slide 14 - Quiz

vertaal: Sévère
A
streng
B
aardig
C
geweldig
D
slecht

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Video

Je suis
Ik ben
Tu es
Jij bent
Il est/elle est/on est
Hij is/zij is/men is
Nous sommes
Wij zijn
Vous êtes
Jullie zijn, U bent
Ils sont/elles sont
Zij zijn

Slide 17 - Slide

Vertaal: ik ben,
jij bent, hij is, zij is,

Slide 18 - Open question

Vertaal: wij zijn, jullie zijn, zij zijn (2X)

Slide 19 - Open question

Exercice 16c
1 il est
2 c'est
3 nous sommes
4 vous êtes
5 elle est
6 tu es
6

Slide 20 - Slide

B
tu es
jij bent
2
F
je suis
ik ben
3
A
nous sommes
wij zijn
4
E
vous êtes
jullie zijn/u bent
D
elle est
zij is
C
ils sont
zij zijn

Slide 21 - Slide

17b
1 Je suis
2 Lucy est
3 Vous êtes
4 C'est
5 Axel est
6 On est

Slide 22 - Slide

17C 
1 Je suis
2 Clément est
3 Vous êtes
4 Nous sommes
5 ils sont
6 tu es

Slide 23 - Slide

17d
Non je suis à Nice

Slide 24 - Slide

Tu es en quatrième?

Slide 25 - Open question

3 Madame Pinceau est prof de gym?

Slide 26 - Open question

Elle est sévère?

Slide 27 - Open question

Mathis et Léna sont dans la bibliothèque?

Slide 28 - Open question

Vous êtes libres samedi?

Slide 29 - Open question

17e
1 Elle est à la maison.
2 Il est dans la classe.
3 Ils sont à la cantine.
4 Elles sont aux toilettes.
5 Ils sont dans le train.
6 Je suis à l'école/au collège.


Slide 30 - Slide

18

Je suis en cinquième.
L’école commence à huit heures et demie.
Je commence à huit heures et demie.
Je suis dans le bus.
Je mange dans le bus.
Je rentre à trois heures et quart.
Je mange dans le bus.
Je rentre à trois heures et quart.

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Apprendre Vocabulaire A, B,
Bron C Phrases Clés
Bron D Het werkwoord être

Slide 33 - Slide