betoog les 7: van bouwplan naar tekst (fase 3)

1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lezen
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Terugblik

  • Vorige les heb je geleerd hoe je een bouwplan maakt voor het schrijven en heb je een bouwplan ingevuld.

  • Eerst kijken we of alles goed is blijven hangen. Dat doen we met de volgende opdracht, dus log allemaal in op LessonUp.





Slide 3 - Slide

Hoofdgedachte
Tekstdoel
Alinea
Onderwerp
Jouw mening
Overtuigen
Formuleer je in een zin.
Formuleer je in een aantal woorden.
Deelonderwerp
Argument (kernzin)
Voorbeeld, uitleg, vergelijking.

Slide 4 - Drag question

Vooruitblik

  • Aan het einde van deze les ...

  • ...hebben we meerdere bouwplannen besproken.
  • ... kun je van een bouwplan een tekst maken. 


Slide 5 - Slide

Aan de slag!
Pak je bouwplan erbij.
We bespreken klassikaal 3 bouwplannen uit V1A.
Kijk goed wat je opvalt, en pas eventueel jouw bouwplan aan.

Slide 6 - Slide

Van bouwplan naar tekst
  • Fase 1: oriënteren
  • Fase 2: voorbereiden
  • Vandaag zijn we aangekomen bij fase 3: het schrijven van een betoog.
  • Je gaat dus van je ingevulde bouwplan een tekst maken.

Slide 7 - Slide

De inleiding
  1. Introduceer je onderwerp op de door jou gekozen manier.
  2. Anekdote, vragen stellen, aanleiding voor het schrijven of onderwerp aankondigen.
  3. Noem de hoofdgedachte. Dit is jouw mening.
  4. Gebruik 5 zinnen voor je inleiding.

  • 4 zinnen voor de introductie van het onderwerp
  • 1 zin voor de hoofdgedachte. Dit is jouw mening. 

Slide 8 - Slide

Schrijf nu een inleiding (van 5 zinnen) voor jouw betoog.

Slide 9 - Open question

Het middenstuk/de kern
  1. Neem de kernzinnen over. Dit zijn je argumenten.   
  2. Sla tussen de kernzinnen een witregel over.
  3. Neem de deelonderwerpen over. Zet ze boven de kernzinnen. Dit zijn je tussenkopjes. 
  4. Licht je argumenten toe met een voorbeeld, vergelijking of uitleg.
  5. Gebruik per alinea 5 zinnen. 
  • 1 zin voor je argument (= je kernzin)  
  • 4 zinnen voor je toelichting (= een voorbeeld, een vergelijking, een uitleg) 

Slide 10 - Slide

Schrijf voor nu drie alinea's (van 5 zinnen) uit het middenstuk voor jouw betoog.

Slide 11 - Open question

Het slot

  • Trek een conclusie, maak een samenvatting of geef een advies.
  • Noem jouw mening nog een keer, maar dan in andere woorden. Dus ...
  • Sluit af met een krachtige laatste zin.
  • Gebruik 5 zinnen.  
  • 3 zinnen of meer voor je conclusie.
  • 1 zin voor je hoofdgedachte 
  • 1 zin voor je laatste krachtige zin 

Slide 12 - Slide

Schrijf nu een slot (van 5 zinnen) voor jouw betoog.

Slide 13 - Open question

Aan de slag/huiswerk
  • Je hebt een bouwplan ingevuld bij onderstaande situatie:
 Je mentor vertelt tijdens de mentorles dat er in leerjaar 1 een klassenbattle plaats gaat vinden. Het onderwerp is ‘de leukste klas van leerjaar 1’. Alle klassen schrijven een betoog waarin zij de jury (alle mentoren van leerjaar 1) ervan proberen te overtuigen dat zij de leukste klas zijn. De klas die het beste betoog schrijft wint. 

  • Jij vindt V1A de leukste klas en schrijft een betoog met als mening: V1A is de leukste klas van leerjaar 1. Je legt hierin uit waarom jij het hiermee eens bent. 

  • Pas nu je bouwplan aan tot deze voor jouw gevoel perfect is. Schrijf daarna een inleiding voor jouw betoog van minimaal 5 en maximaal 6 zinnen.  Maak hiervoor gebruik van je bouwplan.



Slide 14 - Slide