4.3 Lichaamstaal

4.3 Lichaamstaal
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4.3 Lichaamstaal

Slide 1 - Slide

§ 4.3 Lichaamstaal
Leerdoelen:
  • Je kunt beschrijven wat non-verbaal gedrag is.
  • Je kan een voorbeeld van lichaamstaal geven. 
  • Je kan uitleggen wat signalen zijn.
  • Je kan uitleggen wat een sleutelprikkel is.
  • Je kan uitleggen waarom fabrikanten gebruik maken van overdereven prikkels.

Slide 2 - Slide

Signaal
Boodschap voor soortgenoten 
  • lichaamshouding
  • geuren
  • kleuren
  • bewegingen 
  • geluiden

Slide 3 - Slide

Non-verbaal gedrag
  • lichaamstaal = non-verbaal

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

verbaal gedrag 

Slide 7 - Slide

Wat betekent lichaamstaal?

Slide 8 - Open question

Je duim omhoog steken in een vorm van...
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie

Slide 9 - Quiz

Je legt aan iemand uit hoe een ei wordt gebakken. Dit is een vorm van ...
A
verbale communicatie
B
non-verbale communicatie

Slide 10 - Quiz

De urine van een kat wordt gebruikt om andere katten af te schrikken.
Dit is een voorbeeld van...
A
non-verbale communicatie
B
verbale communicatie
C
Lichaamstaal
D
signaal

Slide 11 - Quiz

sleutelprikkels
Altijd hetzelfde gedrag 

Slide 12 - Slide

sleutelprikkels
Verzorggedrag
  • Groot rond hoofd
  • Grote ogen 
  • Kleine korte snuit
  • Kleine oren 
  • Mollig en zacht lijf

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Overdreven signalen
  • Speelgoedfabrikant 

Slide 15 - Slide

Wat is de juiste betekenis van een signaal.
A
Een signaal is een boodschap voor een soortgenoot.
B
Een signaal wordt alleen gebruikt als alarm.
C
Een signaal kan alleen verbaal worden afgegeven.
D
Een signaal kan alleen non-verbaal worden afgegeven.

Slide 16 - Quiz

Leg uit wat een sleutelprikkel is.

Slide 17 - Open question

Waarom geven fabrikanten overdreven signalen aan knuffels?

Slide 18 - Open question

Maak de opdrachten van 4.3
Je mag fluisterend overleggen in twee/drietallen.

Slide 19 - Slide