Feest! - slotles

• Godsdienst
• Basisschool
• Groep 5-8

Feest! - slotles

De grote Kerstquiz 

Hoe heette de vrouw die bezoek kreeg van een engel?

1. Maria
2. Elizabeth
3. Mara
4. Eva

Wat is een engel?

1. een boodschapper van God
2. een knechtje van God
3. een dienaar van God
4. iemand die God helpt

Wat kwam de engel vertellen?

1. Je moet op reis naar de stad waar je familie vandaan komt
2. Je moet gaan trouwen met Jozef
3. Je zult zwanger worden en een dochter krijgen
4. Je zult zwanger worden en een zoon krijgen

Wie is nu de vader van het kindje dat geboren zal worden?

1. Jozef
2. God
3. God en Jozef
4. niemand

Wat komt de heraut van de keizer vertellen?

1. De keizer gaat een volkstelling houden.
2. Iedereen moet op reis naar Bethlehem gaan.
3. De keizer organiseert een groot feest.
4. Dat er een bijzondere baby geboren zal worden.

Naar welk stadje gaan Jozef en Maria?

1. Jeruzalem
2. Nazareth
3. Bethlehem
4. Jericho

Waar wordt Jezus geboren?

1. In een herberg (hotel)
2. In een huis
3. In een soort stal
4. In een paleis

Wie komen er als eerst op kraambezoek bij de baby?

1. de wijzen
2. de baas van de herberg
3. de keizer
4. de herders

Hoe wisten de herders dat Jezus was geboren?

1. door een engel die het hen vertelde
2. door de wijzen die het hen vertelden
3. door de koning die het hen vertelde
4. door de baas van de herberg die het hen vertelde

Wat zong het koor van engelen?

1. Ere zij God
2. Vrede op aarde
3. Ere zij God in de hemel
4. Vrede op aarde voor alle mensen

Waarom gingen de wijzen op zoek naar een koning?

1. ze hadden een geboortekaartje gekregen
2. ze hadden een dik boek gelezen waar het in stond
3. ze hadden gehoord dat er een baby geboren was
4. ze hadden een heel bijzondere ster in de lucht gezien

Waar vinden de wijzen de pasgeboren koning?

1. In een huis
2. In een stal
3. In het paleis van de koning
4. In een herberg in Bethlehem

Welke cadeaus geven de wijzen aan Jezus?

1. een gouden ster
2. een heleboel geld
3. goud, wierook en mirre
4. een heel lieve knuffelbeer

Waarom gaan de wijzen via een andere weg terug naar huis?

1. Ze vinden een andere route leuker.
2. Ze kunnen de weg niet meer vinden.
3. Een engel waarschuwt hen in een droom.
4. De koning vindt dat ze dat moeten doen.

Waar vluchten Jozef en Maria met Jezus naar toe?

1. naar Nazareth
2. naar Egypte
3. naar Bethlehem
4. naar Jeruzalem