2.4 Voor alle zekerheid

Hoofdstuk 2
Hoe ga je met geld om? 
1 / 38
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 2
Hoe ga je met geld om? 

Slide 1 - Slide

Terugblik paragraaf 2.3
Wat weet je nog?

Slide 2 - Open question

Paragraaf 2.4
Voor alle zekerheid

Slide 3 - Slide

Verzekering

Slide 4 - Mind map

Leerdoelen
Je leert in deze paragraaf:

  • wat een verzekering is en waar je die kunt afsluiten.
  • waarom je je zou verzekeren.
  • welke verzekeringen er zoal zijn.
  • hoe je de premie van een verzekering kunt opzoeken in een tabel.
  • kader => wat het gevolg is van een eigen risico voor de schadevergoeding.

Slide 5 - Slide

Wie betaalt de schade?
Verzekering: met een verzekering krijg je de financiële gevolgen van schade vergoed.

Wel of niet verzekeren? Stel jezelf de vraag:
  • Hoe groot is het risico? Dat is de kans dat je schade hebt.
  • Hoe hoog is het schadebedrag?
  • Kun je de schade makkelijk zelf betalen?





Slide 6 - Slide

Zou jij je hiertegen verzekeren? Waarom wel/niet?

Slide 7 - Open question

Soorten verzekeringen
Verplichte verzekeringen:
  • een zorgverzekering
  • een WA-verzekering voor een brommer, scooter of auto: verzekert de schade die je met je voertuig aan iemand anders toebrengt

Vrijwillige verzekeringen:
  • een fietsverzekering
  • een reisverzekering
  • een inboedelverzekering: voor schade aan spullen in huis door brand of diefstal





Slide 8 - Slide

Wie doet wat? 
Verzekeraar: de verzekeringsmaatschappij. Hier sluit je een verzekering af.

 

Verzekerde: degene die een verzekering afsluit

Slide 9 - Slide

Welke van deze verzekeraars ken jij?

Slide 10 - Open question

Kosten van een verzekering
Premie: bedrag dat je als verzekerde betaalt voor een verzekering


Polis: het bewijs dat je de verzekering hebt afgesloten

Hierin staan:
  • jouw gegevens
  • de soort verzekering
  • de premie: het bedrag dat je per maand betaalt voor je verzekering
  • polisvoorwaarden: hierin staat waar je wel of geen recht op hebt bij je verzekering





Slide 11 - Slide

Premie aflezen
Voorbeeld
Je koopt een fiets van € 639.
Je verzekert de fiets drie jaar tegen diefstal en beschadiging.

Hoeveel premie moet je betalen?


De premie is voor de hele looptijd






Slide 12 - Slide

K
B




Slide 13 - Slide

Kader

Slide 14 - Slide

Wat keert de verzekering uit? 
Als je schade hebt krijg je een schadevergoeding van de verzekeraar.
   

Voor een verzekering met een eigen risico betaal je minder premie.

Je betaalt dan bij schade een deel van de schade zelf.


  • Voordeel: Besparen op de premie
  • Nadeel: Bij schade moet je zelf een deel betalen.

Slide 15 - Slide

Check leerdoelen
Je kunt nu:

    • uitleggen wat een verzekering is en bij wie je die afsluit (opdracht 1, 2, 3). 
    • uitleggen waarom je een verzekering zou afsluiten (opdracht 4, 5, 6, 7).
    • voorbeelden van verplichte en vrijwillige verzekeringen noemen (opdracht 8, 9). 
    • de premie voor een verzekering in een tabel opzoeken (opdracht 10, 11, 12).
    • kader => uitleggen wat het gevolg is van een eigen risico (opdracht 13, 14, 15).

    Slide 16 - Slide

    Wat heb je geleerd?

    Slide 17 - Open question

    Wat vond je moeilijk?

    Slide 18 - Open question

    Aan de slag
    Maak nu paragraaf .. =>  opdracht .. t/m .. op blz. .. t/m ..

    Extra: 
    Samenvattingsopdracht => blz. ...
    Meer oefenen => maak de herhalingsopdrachten op blz. ...
    Meer uitdaging => Maak de plusopdrachten op blz. ...
    Meer praktijk => Ga naar Pincode online (SOM) => maak de keuzeopdrachten

    Slide 19 - Slide

    Nakijken
    Paragraaf 
    Blz. 

    Slide 20 - Slide

    Opdracht 1

    Slide 21 - Slide

    Opdracht 2

    Slide 22 - Slide

    Opdracht 3

    Slide 23 - Slide

    Opdracht 4

    Slide 24 - Slide

    Opdracht 5

    Slide 25 - Slide

    Opdracht 6

    Slide 26 - Slide

    Opdracht 7

    Slide 27 - Slide

    Opdracht 8

    Slide 28 - Slide

    Opdracht 9

    Slide 29 - Slide

    Opdracht 10

    Slide 30 - Slide

    Opdracht 11

    Slide 31 - Slide

    Opdracht 12

    Slide 32 - Slide

    Opdracht 13

    Slide 33 - Slide

    Opdracht 14

    Slide 34 - Slide

    Opdracht 15

    Slide 35 - Slide

    Opdracht 16

    Slide 36 - Slide

    Opdracht 17

    Slide 37 - Slide

    Opdracht 18

    Slide 38 - Slide