1.1 Kun jij kopen wat je wilt?

Hoe welvarend ben jij?
1.1 Kun jij kopen wat je wilt?
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoe welvarend ben jij?
1.1 Kun jij kopen wat je wilt?

Slide 1 - Slide

Wat is het probleem?

Slide 2 - Open question

Maak jij je zorgen?
heel veel
een beetje
gewoon
niet echt
geen mening

Slide 3 - Poll

1.1 Kun jij kopen wat je wilt?
  • Ik behoeften indelen in primaire en secundaire behoeften.
  • Ik kan uitleggen wat het begrip schaars betekent.
  • Ik kan uitleggen hoe mijn welvaart kan toenemen.
  • Ik kan een percentage van een getal uitrekenen.

Slide 4 - Slide

voorbeelden
basisbehoeften

Slide 5 - Mind map

voorbeelden
overige behoeften

Slide 6 - Mind map

1.1 Kun jij kopen wat je wilt?
basisbehoeften
  • De noodzakelijke behoeften om te kunnen overleven.
  • Primaire behoeften

Slide 7 - Slide

1.1 Kun jij kopen wat je wilt?
overige behoeften
  • De behoeften die het leven aangenamer maken.
  • Secundaire behoeften of luxebehoeften.

Slide 8 - Slide

Mijn buurman bouwt in zijn vrije tijd zijn eigen huis. Welk voordeel heeft hij?

Slide 9 - Open question

Mijn buurman bouwt in zijn vrije tijd zijn eigen huis. Welk nadeel heeft hij?

Slide 10 - Open question

Je bent jarig. Wat doe je?
Ik koop een taart bij de bakker.
Ik bak thuis zelf een heerlijke taart.

Slide 11 - Poll

1.1 Kun jij kopen wat je wilt?
zelfvoorziening
  • Welvaart is de mate waarin je in je behoeften kan voorzien. 
  • Door zelfvoorziening kan je je welvaart verhogen.

Slide 12 - Slide

Bedenk een voorbeeld
van zelfvoorziening.

Slide 13 - Mind map

Wat versta jij onder 'schaars'?

bv. Energie is een schaars goed.

Slide 14 - Open question

1.1 Kun jij kopen wat je wilt?
schaarse goederen
  • Schaars is niet hetzelfde als zeldzaam!
  • Schaars betekent dat er middelen voor nodig waren om het product te produceren.
  • Lucht, de zee, zonlicht,... zijn voorbeelden van vrije goederen.

Slide 15 - Slide

Ik wil zwemmen in de zee...

De zee is een...

A
schaars goed
B
vrij goed

Slide 16 - Quiz

Ik wil varen met een boot.

De boot is een...
A
schaars goed
B
vrij goed

Slide 17 - Quiz

Ik wil een glas water van de kraan drinken.

Drinkwater is een...
A
schaars goed
B
vrij goed

Slide 18 - Quiz

1.1 Kun jij kopen wat je wilt?
prioriteiten stellen
  • Alle goederen zijn schaars!
  • Jij hebt een beperkte hoeveelheid middelen en/of tijd.
  • Daarom stel je prioriteiten.

Slide 19 - Slide

Wat is de beste omschrijving van schaarste
A
Schaarse producten zijn zeldzaam.
B
Door schaarste kunnen mensen bijna niks kopen
C
Door beperkte middelen ontstaat schaarste.
D
Schaarste ontstaat doordat mensen te weinig willen kopen.

Slide 20 - Quiz

Een ander woord voor keuzes maken noemen we?
A
Schaarste
B
Prioriteiten stellen
C
Behoeftes
D
Consumeren

Slide 21 - Quiz

1.1 Kun jij kopen wat je wilt?
oefenen
Ik behoeften indelen in primaire en secundaire behoeften.
  • Maak oefening 2, 3 en 4
  • Maak herhalingsopdracht 1 en 2 of plusopdracht 1

Ik kan uitleggen wat het begrip schaars betekent.
  • Maak oefening 5, 6 en 7
  • Maak herhalingsopdracht 3 en 4 of plusopdracht 2

Ik kan uitleggen hoe mijn welvaart kan toenemen.
  • Maak oefening 8, 9, 10  en 11
  • Maak herhalingsopdracht 5 of plusopdracht 3

Slide 22 - Slide

1.1 Kun jij kopen wat je wilt?
  • Ik behoeften indelen in primaire en secundaire behoeften.
  • Ik kan uitleggen wat het begrip schaars betekent.
  • Ik kan uitleggen hoe mijn welvaart kan toenemen.
  • Ik kan een percentage van een getal uitrekenen.

Slide 23 - Slide