werkwoordspelling les 6: werkwoordsvormen benoemen

WERKWOORDSPELLING
LES 6: werkwoordsvormen benoemen
Nederlands
 VWO 1 P1 2022-2023
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

WERKWOORDSPELLING
LES 6: werkwoordsvormen benoemen
Nederlands
 VWO 1 P1 2022-2023

Slide 1 - Slide

Vorige lessen heb je geleerd...
... hoe je de persoonsvorm in een zin kunt vinden.

.... hoe je de persoonsvorm in de verleden tijd en de tegenwoordige tijd vervoegt (= in de juiste vorm in een zin zet).

... hoe je het onderwerp in een zin kunt vinden.

... hoe je het voltooid deelwoord vervoegt.


Slide 2 - Slide

Aan het eind van deze les ...

... weet je hoe je de werkwoorden in een zin kunt benoemen.

hoe = welke stappen je maakt, hoe je dit aanpakt

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Welke regel (truc) pas je toe bij de persoonsvorm tegenwoordige tijd?

Slide 5 - Open question

Welke regel pas je toe bij de persoonsvorm van zwakke werkwoorden in de verleden tijd?

Slide 6 - Open question

Welke regel gebruik je bij de spelling van het voltooid deelwoord?

Slide 7 - Open question

Rick zit altijd recht op zijn stoel.
Benoem het werkwoord 'zit'.

Slide 8 - Open question

Sebastiaan heeft alles al gemaakt.
Benoem het werkwoord 'gemaakt'.

Slide 9 - Open question

Hij heeft niets gezegd
Gezegd is ...
A
Voltooid deelwoord
B
Persoonsvorm

Slide 10 - Quiz

Morgen zal ik je bellen
Zal is ...
A
Voltooid deelwoord
B
Persoonsvorm

Slide 11 - Quiz

Mijn moeder heeft het boek gelezen.

gelezen = ?
A
Persoonsvorm
B
Voltooid deelwoord

Slide 12 - Quiz

Mijn vader doet de afwas.

doet = ?
A
Persoonsvorm
B
Voltooid deelwoord

Slide 13 - Quiz

Wij zijn verliefd op elkaar.

zijn = ?
A
pv
B
heel ww
C
vdw

Slide 14 - Quiz

Werkwoordsvormen benoemen
Maak onderstaande opdrachten.
Klik op de linkjes om bij de opdrachten te komen.

Opdracht 1

Slide 15 - Slide