2 kgt 3.1 IJs, Water, Waterdamp

Toets
Lesdoelen op de volgende slide
Bladzijde 92
NASK
Vanaf bladzijde 95
Opdracht 1 tot en met 11
Vanaf bladzijde 95
Opdracht 1 tot en met 11
1 / 11
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Toets
Lesdoelen op de volgende slide
Bladzijde 92
NASK
Vanaf bladzijde 95
Opdracht 1 tot en met 11
Vanaf bladzijde 95
Opdracht 1 tot en met 11

Slide 1 - Slide

Download hier de werkbladen
https://debaasopinternet.nl/content/2-aan-de-slag/1-wie-mag-alles-van-me-weten/debaasopinternet-privacy-werkbladen.pdf
Leerdoelen
  • Je kunt de drie fasen benoemen.
  • Je kunt de drie fasen van water herkennen in de praktijk.
  • Je kunt beschrijven dat ijs en veel andere vaste stoffen een kenmerkende kristalstructuur hebben.
  • Je kunt verschillende soorten neerslag beschrijven.
  • Je kunt uitleggen waarom ijs blijft drijven op water.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Regen, sneeuw, mist, hagel, rijp en dauw zien er heel verschillend uit. 
Toch gaat het bij al deze weersverschijnselen om dezelfde stof: water.
.






De fasen van water.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Waterdamp kun je niet zien. 
De lucht die je uitademt, bevat waterdamp.
De waterdamp in je adem kun je zien als deze afkoelt. Bijvoorbeeld met koud weer (nevelwolkje) of als je tegen een ruit ademt; hij beslaat.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Mist is goed zichtbaar en kan dus niet uit waterdamp bestaan, want waterdamp is onzichtbaar. Mist bestaat uit kleine druppeltjes vloeibaar water die in de lucht zweven. Dat noem je een nevel.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Doordat de waterdruppeltjes zo klein zijn, kunnen ze blijven zweven.
Een nevel bestaat niet uit gasvormig water, maar uit vloeibaar water.

Een nevel van hete waterdruppeltjes wordt vaak ‘stoom’ genoemd. Ook dat is niet juist. Stoom is hete waterdamp. Stoom is dus ook gas dat je niet kunt zien.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Kristallen
Sneeuw bestaat uit kristallen en is dus een vaste stof.
 In de verschillende vormen van sneeuwvlokken kun je dezelfde zeshoekige structuur herkennen. Deze kristalstructuur is kenmerkend voor sneeuw. De meeste vaste stoffen hebben een eigen kenmerkende kristalstructuur.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Soorten Neerslag
Bij het woord neerslag denk je waarschijnlijk het eerst aan regen, sneeuw en hagel. Maar er zijn meer soorten neerslag.


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Dauw bestaat uit kleine waterdruppeltjes. ’s Ochtends kunnen grassprieten en bladeren kletsnat zijn door de dauw.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Rijp bestaat uit enorme aantallen kleine ijskristallen. Rijp kan boomtakken en grassprieten prachtig wit maken.

Enorme aantallen kleine ijskristallen, die ontstaan als waterdamp rijpt op takken en stengels.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

• Zeer koude regen bevriest als hij bevroren grond raakt of een bevroren tak. Het ijslaagje dat zo ontstaat, noem je ijzel.
 IJzel is altijd doorzichtig. Hij kan straten en wegen spiegelglad maken.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions