Zakelijke e-mail

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Welkom DHV1Q!

Vandaag staat weer in het teken van de zakelijke e-mail.

Leg je chromebook alvast op tafel en houd 'm dicht!

Leerdoelen voor deze les

• Aan het einde van de les weet je aan welke criteria een samenhangende, zakelijke e-mail moet voldoen.
• Aan het einde van de les kan je verschillende argumenten benoemen en deze correct formuleren.
• Aan het einde van de les kan je een schrijfplan opstellen waarin je de opbouw voor een zakelijke, samenhangende e-mail vastlegt.  

Programma voor deze les

• 5 - 10 minuten lezen
• Terugblikken op de vorige les
• Uitleg en oefening
• Afsluiting les 

Terugblik op de vorige les

Zo komt een stelling op het bord te staan. Daaronder zie je nummer 1 t/m 10 staan, alleen nog niet ingevuld. In tweetallen ga je fluisterend (!) overleggen of deze stelling correct is. Heb je overlegd, dan mag één van jullie het antwoord op het bord schrijven.

(10 minuten)

Beoordelingsformulier

• Beoordelingsformulier bekijken
• Welke criteria zijn nog niet aan bod gekomen?
• Geef voorbeelden. 

(5 minuten)

Argumenteren

Je gaat beginnen met het bedenken van de inhoud voor je brief. In een groepje van 2 of 4 ga je argumenten bedenken waarom de leerlingen van groep 8 naar de minilessen moeten komen.

Bovenstaande gaan we doen aan de hand van de werkvorm denken-delen-uitwisselen.

Argumenteren

Heb je je argumenten bedacht? Dan kies je samen met je groepje de twee beste argumenten uit. Deze vul je in op 

menti.com onder de code:

 3692 3673

Afsluiting

Jullie krijgen zo een zevental stellingen te zien. Jullie moeten aangeven of deze stellingen 'waar' of 'niet waar' zijn. Daarbij bevraag ik één van jullie om uit te leggen waarom een stelling waar of niet waar is, dus iedereen moét meedoen. 

Het onderwerp van een e-mail formuleer je in volledige zinnen.

1. Waar
2. Niet waar

In de inleiding benoem je waarom je deze e-mail schrijft.

1. Waar
2. Niet waar

In het middenstuk vraag je om een reactie op de e-mail,

1. Waar
2. Niet waar

De aanhef staat onderaan de e-mail.

1. Waar
2. Niet waar

Je vraagt altijd om een reactie in je e-mail.

1. Waar
2. Niet waar

In het slot schrijf je je beste argument.

1. Waar
2. Niet waar

Het middenstuk kan uit meer dan één alinea bestaan.

1. Waar
2. Niet waar