8.2 toonhoogte en frequentie 8.3 Geluidssterkte

Geluid

Paragraaf 8.2
1 / 34
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Geluid

Paragraaf 8.2

Slide 1 - Slide

8.2 Wat moet je kennen en kunnen
  • 3 factoren noemen die de toonhoogte van een snaar bepalen
  • Uitleggen wat frequentie is
  • Uitleggen wat trillingstijd is
  • Hoe je met frequentie de trillingstijd kunt berekenen 

Slide 2 - Slide

Herhaling
  • Geluidsbron, Tussenstof,
      Ontvanger
  • Geluid is een trilling
  • Zonder tussenstof geen geluid
  • Een andere tussenstof een ander
    snelheid, een ander geluid
  • Geluidssnelheid in lucht: 343 m/s

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Toonhoogte van een gitaar

Slide 5 - Slide

Toonhoogte => Frequentie 
Frequentie is het aantal trillingen per seconde. Een lage toon heeft weinig trillingen per seconde, een hoge toon heeft veel trillingen per seconde.
Frequentie is de grootheid: f
Hertz is de eenheid: Hz

De frequentie is 1000 Hertz ->   f = 1000 Hz
Dat zijn 1000 trillingen per seconde

Slide 6 - Slide

Geluid in beeld brengen 
oscilloscoop 
Een oscilloscoop kan geluid, de trilling, laten zien 

Slide 7 - Slide

Wat is 1 trilling? 1 golfbeweging

Slide 8 - Slide

      T = trillingstijd
De tijd die nodig is voor 1 volledige trilling
 



Grootheid => T
Eenheid => s

Slide 9 - Slide

frequentie, trillingstijd & symbolen (aantekening)
-De trillingstijd is de tijd waarin een trilling 1 keer voorkomt. 
-De frequentie is het aantal trillingen per seconde. 
-De amplitude (de maximale uitwijking van de trilling) geeft aan hoe hard het geluid is.

Slide 10 - Slide

Trillingstijd T bepalen
Opdracht:
bereken de trillingstijd.

Slide 11 - Slide

Trillingstijd 

Trillingstijd (T) = hoe lang 1 trilling duurt

T = 2 s
T = 0,1 s

Frequentie

Frequentie (f) = het aantal trillingen per seconde

f = 0,5 Hz
f = 10 Hz
Formule:
f = 1 / T  en dus ook T = 1 / f

Slide 12 - Slide

Stel de frequentie is 100Hz, dat zijn 100 trillingen per seconde. Hoe lang duurt dan 1 trilling?
A
100 seconden
B
0,1
C
0,01 seconden
D
10

Slide 13 - Quiz

A
B
C
De breedte van het scherm is steeds 0,1 seconde

Bepaal voor A, B en C de trillingstijd en de frequentie.
Schrijf in je schrift de antwoorden.  

Slide 14 - Slide

Gehoorbereik

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Frequentiebereik
20 tot 
20 000 Hz


Ultrasoon
Geluid
hoger dan
20 000Hz

Slide 17 - Slide

en nu.....
5 min pauze  :) 
daarna vervolg uitleg 8.3 

Slide 18 - Slide

Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte

Slide 19 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les:
 kan ik uitleggen wat het verband is tussen de geluidssterkte en de amplitude van een trilling.
 kan ik uitleggen hoe de geluidssterkte afhangt van de afstand tot de geluidsbron
 kan ik beschrijven dat de gehoordrempel en de pijngrens afhangen van de frequentie.
 kan ik uitleggen wat het verschil is tussen de dB(A) en de dB-schaal.
 kan ik berekeningen maken met het verband tussen de geluidssterkte en het aantal geluidsbronnen.


Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte

Slide 20 - Slide

Hoog en laag geluid
In de vorige paragraaf hebben jullie gekeken naar hoog en laag geluid (het aantal trillingen per seconde = frequentie) 

In deze paragraaf gaan we kijken naar hard en zacht geluid. 


















Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte

Slide 21 - Slide

Virtuele oscilloscoop
Ga naar de volgende link: https://academo.org/demos/virtual-oscilloscope/
en voer de volgende opdrachten uit: 
1. Zeg eens zacht: aaaaa
2. Kijk wat je ziet
3. Zeg een hard: aaaaa
3. Wat zie je nu? 
4. Wat is het verschil?



















Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte

Slide 22 - Slide

Frequentie en amplitude
Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte
Hieronder zie je een hoge en een lage toon. Het aantal trillingen (frequentie) verandert, maar de trillingen zijn onder en boven wel even hoog


Hieronder zie je drie tonen die steeds wat harder worden. Rood is het zachtst, blauw is het hardst. De golven zijn steeds hoger (amplitude), maar er zijn wel evenveel trillingen

Slide 23 - Slide

De amplitude van een trilling
Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte
Amplitude zegt iets over de geluidssterkte
Amplitude meet je in decibel (dB)


Geluidssterkte geeft aan 
hoe hard het geluid is

Slide 24 - Slide

Decibelmeter
De geluidssterkte kun je 'meten' met een decibelmeter. 
Je meet dan het aantal decibel, afgekort dB)
Wil je dat zelf eens proberen? Dat kan via deze website https://youlean.co/online-loudness-meter/

dB-meters houden altijd rekening met het menselijk gehoor. Voor ons klinkt namelijk niet elke toonhoogte even hard. Daar houd de dB-meter rekening mee. We noemen dit de dB(A)-schaal
Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte

Slide 25 - Slide

Hoe hard is dat eigenlijk?
Op het plaatje hieronder kun je zien hoe hard een aantal soorten geluid zijn. Hierbij zijn er twee grenzen: De onderste grens is de gehoordrempel. Dat is het zachtste geluid wat je kunt horen. De bovenste grens is de pijngrens. Dan is het geluid zo hard dat het pijn doet aan je oren. 
Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte

Slide 26 - Slide

In een tabel..
Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte
Gehoordrempel
De geluidssterkte waarbij je het
geluid net begint te horen
Pijngrens
De geluidssterkte waarbij je
oren pijn beginnen te doen

Slide 27 - Slide

Gehoordrempel en pijngrens
De gehoordrempel en pijngrens zijn niet voor elke frequentie hetzelfde. 
Dat kun je zien in de grafiek hiernaast:
Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte

Slide 28 - Slide

Rekenen met decibellen
''Als het aantal geluidsbronnen twee keer zo groot wordt, neemt de geluidssterkte met 3 dB toe''

Wanneer er 1 violist speelt, is de geluidssterkte 70 dB.
Welke geluidssterkte wordt gemeten als er 32 violisten speelt?
Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte

Slide 29 - Slide

Samenvatting:

Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte

Slide 30 - Slide

Leerdoelencheck
 Ik kan uitleggen wat het verband is tussen de geluidssterkte en de amplitude van een trilling.
 Ik kan uitleggen hoe de geluidssterkte afhangt van de afstand tot de geluidsbron
 Ik kan beschrijven dat de gehoordrempel en de pijngrens afhangen van de frequentie.
 Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen de dB(A) en de dB-schaal.



Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte

Slide 31 - Slide

Hoeveel leerdoelen beheers jij?
05

Slide 32 - Poll

Als de amplitude groter wordt, dan wordt het geluid...
A
hoger
B
lager
C
harder
D
zachter

Slide 33 - Quiz

Aan de slag!

Lezen §8.3 (blz. 182 t/m 185)
Maken opdrachten §8.3 (1 t/m 11)

Klaar?
Maak de test jezelf van 8.1 t/m 8.3
Hoofdstuk 8. Geluid
§8.3 Geluidssterkte

Slide 34 - Slide