Je krijgt stellingen te horen en bepaald zelf wat je hiervan vindt.
- Akkoord: ik vind dit kunnen.
- Niet akkoord: ik vind dit niet kunnen
-Neutraal: ik weet het niet.
Akkoord: ga bij het raam staan.
Niet akkoord: ga bij de muur staan.
Neutraal: ga zitten.