Toets Islam

Toetsmoment Islam
Wat heb je onthouden van de lessen over de islam?
1 / 20
next
Slide 1: Slide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Toetsmoment Islam
Wat heb je onthouden van de lessen over de islam?

Slide 1 - Slide

Wat is GEEN zuil van de islam?
A
vijf keer per dag bidden
B
naar de moskee gaan
C
de geloofsbelijdenis uitspreken
D
armenbelasting betalen

Slide 2 - Quiz

Wanneer is de Islam ontstaan?
A
7e eeuw v. Chr.
B
7e eeuw n. Chr.
C
8e eeuw n. Chr.
D
9e eeuw n. Chr.

Slide 3 - Quiz

Bij welk belangrijk feest hoort het verhaal van Ibrahim?
A
suikerfeest
B
offerfeest
C
ramadan
D
bedevaart

Slide 4 - Quiz

Begrip: Voorganger in de moskee
A
Imam
B
Azan
C
Soenna
D
Hadith

Slide 5 - Quiz

Wat zijn de overeenkomsten en de verschillen tussen de islam en het christendom? Sleep de woorden/zinnen naar de juiste kant
overeenkomst
verschil
geloof in één God
De profeten voor Mohammed
Mohammed als profeet
Jezus als profeet
het beeld dat men heeft van God
Koran

Slide 6 - Drag question

Welke zuil/ritueel zie je én in welk gebouw?
A
bidden in de Ka'aba
B
vasten in de moskee
C
bidden in de moskee
D
vasten in de Ka'aba

Slide 7 - Quiz

Bidden
Bedevaart
Armenbelasting
Geloofsbelijdenis
Vasten
Mekka
Er is 1 God
Bekeren tot islam
Ramadan
Suikerfeest

Slide 8 - Drag question

Islam betekent letterlijk?
A
Overgave aan Mohammed
B
God is groot
C
Overgave aan God
D
God is almachtig

Slide 9 - Quiz

Door wie werd de Koran aan Mohammed gegeven?
A
Mozes
B
Ibrahim
C
Ismail
D
Djibriel

Slide 10 - Quiz

Begrip:
Halal
A
Boodschapper van God
B
Voorganger in de moskee
C
Toegestaan
D
Verboden

Slide 11 - Quiz

Lees de tekst hieronder goed door en beantwoord de vragen.
‘Na het moskeebezoek wordt de middag verder feestelijk doorgebracht. Onder de eeuwenoude bomen van het dorp eten ze couscous en een stoofschotel van groenten en rundvlees. Vreemdelingen, gasten en familieleden uit andere dorpen eten mee. De oude Marokkaanse traditie van onderlinge hulp en gastvrijheid wordt door iedereen in het dorp in ere gehouden. Ook al zijn sommige inwoners bepaald niet welvarend. Velen hebben een groot deel van het jaar zelfs geen werk. Alleen tijdens de olijvenpluk in december en januari en tijdens de graanoogst in juni en juli is werk voor iedereen. Toch lijdt niemand honger of gebrek, ze helpen elkaar zoals de regels van de islam dat voorschrijven.’  

Slide 12 - Slide

Vraag bij tekst hiervoor:
Welke 2 begrippen passen het beste bij de tekst?
A
ramadan - geloofsbelijdenis
B
sharia -koran
C
umma - armenbelasting
D
suikerfeest - haram

Slide 13 - Quiz

Wat zie je op de afbeelding (bij de pijl)?
A
Ka'aba
B
Imam
C
Hijra
D
Minaret

Slide 14 - Quiz

3

Slide 15 - Video

00:08
Welk begrip hoort hier bij?
A
salaat
B
zakaat
C
hadj
D
saum

Slide 16 - Quiz

00:33
Geef twee redenen waarom het normaal heel druk zou zijn in deze periode in de moskee?

Slide 17 - Open question

01:21
Wat betekent Allah (als je het vertaald vanuit het Arabisch)?
A
Er is maar 1 God
B
De God
C
Zoon van God
D
Dit is de naam van God

Slide 18 - Quiz

In welke taal is de Koran aan Mohammed verteld?
A
Arabisch
B
Hebreeuws
C
Moslim
D
Nederlands

Slide 19 - Quiz

Geef twee redenen waarom sommige moslims vinden dat je de Koran niet mag vertalen.

Slide 20 - Open question