Tijd van ... Beginjaar Eindjaar Aantal jaar Aantal mensen
jagers en boeren 200.000 v. Chr. 3000 v. Chr. 197.000 4-5 miljoen
Grieken en Romeinen 3000 v. Chr. 500 n. Chr. 3.500 150-200 miljoen
monniken en ridders 500 1000 500 300 miljoen
steden en straten 1000 1500 500 400 miljoen
ontdekkers en hervormers 1500 1600 100 500 miljoen
regenten en vorsten 1600 1700 100 600 miljoen
pruiken en revoluties 1700 1800 100 800 miljoen
burgers en stoommachines 1800 1900 100 1 miljard
wereldoorlogen 1900 1950 50 1,5 miljard
televisie en computers 1950 nu ± 70 7,5 miljard
b De tijdvakken worden steeds korter / langer. Dat komt doordat er steeds minder / meer gebeurt in minder / meer tijd.
d Er zijn steeds minder / meer mensen, daardoor gebeurt er ook steeds minder / meer.