SAMENSTELLINGEN

les 2 trede 2 
"Wat is het doel?"



Vorige les zijn we gestart met trede 2. 
We hebben de introductie en een domino-spel gedaan. 

Vandaag besteden we aandacht aan : samenstellingen! 
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

les 2 trede 2 
"Wat is het doel?"



Vorige les zijn we gestart met trede 2. 
We hebben de introductie en een domino-spel gedaan. 

Vandaag besteden we aandacht aan : samenstellingen! 

Slide 1 - Slide

les 2 trede 2 
"Wat is het doel?"
samenstellingen






  • Je kunt samengestelde woorden juist spellen.
  • Je kent de regels voor tussenklanken in samenstellingen.

Slide 2 - Slide

Denk aan de vorige les!
Wat is een
samenstelling?

Slide 3 - Mind map

Noteer alle samenstellingen uit de onderstaande zin:

De kinderfiets in deze fietsenwinkel is in de aanbieding.

Slide 4 - Open question

Noteer alle samenstellingen uit de onderstaande zin:

Ik hou helemaal niet van lamsvlees en rundergehakt.

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

REGEL:
Als de samenstelling van een woord 
ook één persoon of ding betekent, 
dan schrijf je het aan elkaar. 
Ook als het woord erg lang wordt.

kindercarnavalsoptochtvoorbereidingswerkzaamheden
lagekostenluchtvaartmaatschappij

Slide 10 - Slide

REGEL : 
Als er verwarring is over de uitspraak, komt er een koppelteken 
(-) tussen de woorden


Klinkerbotsing:
zee-egel
auto-ongeluk


Slide 11 - Slide

Samenstelling -en, -e, -s
Groentesoep of groentensoep
kippehok of kippenhok
rodekool of rodenkool

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

De hoofdregels
1. Linkergedeelte een zelfstandig naamwoord? Nee? -e
2. ZNW met meervoud van het zelfstandig naamwoord op -en?
Rozengeur, paardenbloem 
3. ZNW met meervoud op -es? -> e
Horlogezaak, aspergesoep
4. ZNW met meervoud op -en en -es? ->  e 
Groentesoep, secondelijm



Slide 14 - Slide

uitzonderingen op de hoofdregels 
1. Zelfstandige naamwoorden met geen letterlijke, maar een versterkende betekenis: apetrots, beresterk, takkewijf
2. Unieke personen en zaken: Koninginnedag, hellevuur, maneschijn
3.Samenstellingen waarbij de aparte delen onherkenbaar zijn: 
papegaai, bakkebaard, bullebak

Slide 15 - Slide

Meneer de (1) denkt dat we op 30 april nog steeds (2) vieren.
A
1 = Koekepeer 2= Koninginnedag
B
1 = Koekenpeer 2 = Koninginnendag
C
1= Koekenpeer 2= Koninginnedag
D
1= Koekepeer 2 =Koninginnendag

Slide 16 - Quiz

Samenstellingen met een tussenklank-s

Je schrijft de tussenklank-s als je die hoort in de samenstelling.

  • Dorp + gek = dorpsgek

  • Dorp + straat = Dorpsstraat

Slide 17 - Slide

Als het tweede deel van de samenstelling begint met een 's', hoor je niet of er een tussenklank-s moet staan.


Vervang dan tweede deel door een ander woord.
  • Station + straat

  • Meisje + speelgoed

  • voorjaar + show

  • bruid + sluier

Slide 18 - Slide

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
dorpkern
B
dorpskern

Slide 19 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze
A
doktersassistent
B
dokterassistent

Slide 20 - Quiz

blad + deeg =

Slide 21 - Open question

ei + salade =

Slide 22 - Open question

Wat zijn de regels bij tussenletters?
Er zijn diverse vormen van samenstellingen:
- Geen tussenletter                     telefoonhoesje - tafelpoot
- Tussenletters -en-                    bloemenwinkel - leerlingenraad
- Tussenletter -e-                         apetrots - gemeentebestuur
- Tussenletters -s-                       koningszoon - personeelschef


Belangrijk: het eerste deel van de samenstelling bepaalt de regel!


Slide 23 - Slide

einde les 2 trede 2 
"Wat is het doel?"
samenstellingen




  • Je kunt nu samengestelde woorden juist spellen.
  • Je kent nu de regels voor tussenklanken in samenstellingen.

Slide 24 - Slide

TIJD OVER? 
GA OEFENEN!


(WS-tijd = eerst een kwartier lezen)

  • open www.cambiumned.nl 
  • ga naar SPELLING
  • ga naar TUSSENKLANK 

Slide 25 - Slide