Spelling hs. 1, havo 3




Trema, apostrof, accent en cedille, zelfstandig gebruikte telwoorden en zelfstandig naamwoorden, ww-vormen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson




Trema, apostrof, accent en cedille, zelfstandig gebruikte telwoorden en zelfstandig naamwoorden, ww-vormen

Slide 1 - Slide

Waarom gebruik je een trema?

Slide 2 - Open question

De apostrof gebruik je:
A
Als weglatingsteken
B
Om uitspraakproblemen te voorkomen
C
In afleidingen en meervouden van afkortingen
D
In verkleinwoorden op -y voorafgegaan door een medeklinker

Slide 3 - Quiz

Welke drie accenten zijn er?

Slide 4 - Open question

De cedille onderaan de c zorgt ervoor dat een c als k klinkt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Noteer de juiste vorm:
Bureautje of bureau'tje?
A
Bureautje
B
Bureau'tje

Slide 6 - Quiz

Noteer de juiste vorm:
s' morgens of 's morgens
A
s' morgens
B
's morgens

Slide 7 - Quiz

Doordat het kabinet jarenlang heeft ... (bezuinigen) op de ouderenzorgen, worden veel bejaarden nu ... (confronteren) met te weinig aandacht.

Slide 8 - Open question

Toen Ilse waterpokken had, ... (krabben) ze zich zo vaak dat ze er littekens op haar arm aan ... (overhouden).

Slide 9 - Open question

... (Afwenden) je hoofd niet ... als je wilt dat er naar je ... (worden) ... (luisteren)!

Slide 10 - Open question

Juist of onjuist?
Behoren jullie eigenlijk tot de besten van debatclub?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Juist of onjuist?
Deze school heeft een speciaal programma ontwikkeld voor alle hoogbegaafden leerlingen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Juist of onjuist?
Hoeveel bekende kwam jij gisteravond tegen op de verjaardag van Moniek?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Als vermogenden ontvang van je de bank regelmatig informatie over fiscale mogelijkheden?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz