3.2 Dieren

Ordenen
1 / 50
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Ordenen

Slide 1 - Slide

Waar let je op bij het ordenen van organismen?
A
Celkenmerken
B
Alleen de kleur van de vacht
C
Het geluid dat een dier maakt
D
Aantal poten

Slide 2 - Quiz

Celkenmerken

Slide 3 - Slide

Bacteriecellen hebben geen...
A
celwand
B
celmembraan
C
celkern
D
cytoplasma

Slide 4 - Quiz

Wat is ordenen?
A
zorgen dat het stil is, orde houden
B
orders maken voor verzending
C
de verschillen zoeken
D
verdelen in groepen met dezelfde kenmerken

Slide 5 - Quiz

Bij ordening verdeel je de organismen in
A
4 rijken
B
4 soorten
C
4 afdelingen
D
4 rassen

Slide 6 - Quiz

Hebben schimmelcellen een celkern? En bladgroenkorrels?
A
Geen van beiden
B
Alleen een celkern
C
Alleen bladgroenkorrels
D
Beiden

Slide 7 - Quiz

Dieren

Slide 8 - Slide

Leerdoelen dieren
  • Je kunt bij dieren verschillende vormen van symmetrie beschrijven.
  • Je kunt bij dieren verschillende typen skelet beschrijven.
  • Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van zes groepen dieren.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Neem een dier in gedachten

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Symmetrie
in twee gelijke helften te verdelen

Slide 13 - Slide

Symmetrie bij dieren
Helften hoeven niet precies hetzelfde te zijn!

Slide 14 - Slide

Skelet: geen, uitwendig of inwendig

Slide 15 - Slide

Opdrachten maken
Maak de opdrachten 1 tot en met 4 van 3.2
We bespreken ze over 10 minuten.

Slide 16 - Slide

Ordenen

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Sponsdieren
  • Niet-symmetrisch
  • Inwendig Skelet --> skelet van hoornvezels tussen de cellen
  • Leven meestal vast op de bodem van de zee

Slide 19 - Slide

Neteldieren
  • Veelzijdig symmetrisch
  • meestal geen skelet
  • Leven in het water
  • Vangen hun prooi met tentakels (vangarmen)

Slide 20 - Slide

Weekdieren
  • Tweezijdig symmetrisch
  • Uitwendig skelet --> meestal een schelp of huisje

Slide 21 - Slide

Stekelhuidigen
  • Veelzijdig symmetrisch
  • Inwendig skelet van kalk
  • Huid is bedekt met stekels of knobbels
  • Leven op de bodem van de zee

Slide 22 - Slide

Geleedpotigen
  • Tweezijdig symmetrisch
  • Uitwending skelet --> een pantser 

Vergroten:

Slide 23 - Slide

Gewervelden
  • Tweezijdig symmetrisch
  • Inwendig skelet --> wervelkolom

Slide 24 - Slide

Vertakkingsschema

Slide 25 - Slide

gewervelden

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Opdracht:
Maak in je werkmapje de tekeningen af.
Zet er bij tot welke stam het dier behoort.
Zet er bij of het dier symmetrisch is en zo ja hoe
En schrijf er bij of er een skelet aanwezig is en of dit in dan wel uitwendig is.

Als je klaar bent lever je de opdracht in en werk je aan de opdrachten van 3.2

Slide 28 - Slide

GEWERVELDEN

Slide 29 - Slide

Gewervelden = hebben een wervelkolom 

Slide 30 - Slide

hoe deel je een gewervelde in?
  • huid: heeft het dier schubben, slijm, veren of haren?
  • warmbloedig/koudbloedig?
  • ademhalingsorganen: kieuwen, longen, huid?
  • voortplanting: eieren (wat voor?) of geen eieren
  • milieu(omgeving): water,land,lucht

Slide 31 - Slide

Vissen
  • Huid is bedekt met schubben
  • Koudbloedig
  • Ademhaling via de kieuwen
  • Voortplanting: eieren zonder schaal
  • Milieu: Water

Slide 32 - Slide

Amfibieën
  • Huid bedekt met slijm
  • Koudbloedig
  • Ademhaling: jonge dieren huid en kieuwen, volwassen dieren huid en longen
  • Voortplanting: Eieren zonder schaal
  • Milieu: water en land

Slide 33 - Slide

Reptielen
  • Huid bedekt met droge schubben
  • Koudbloedig
  • Ademhaling via longen
  • Voortplanting: eieren met een leerachtige schaal
  • Milieu: op het land

Slide 34 - Slide

Vogels
  • Huid bedekt met veren
  • Warmbloedig
  • Ademhaling via longen
  • Voortplanting: eieren met kalkschaal
  • Milieu: land/lucht

Slide 35 - Slide

Zoogdieren
  • Huid bedekt met haren
  • Warmbloedig
  • Ademhaling via longen
  • Voortplanting: levendbarend
  • Milieu: land

Slide 36 - Slide

Opdrachten maken
Maak de opdrachten van 3.2

Slide 37 - Slide

Ordenen

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Link

Amoebe

Slide 42 - Slide

Pantoffeldiertje

Slide 43 - Slide

En  nu op zoek!

Slide 44 - Slide

Wat schrijf  je erbij?
  • De volledige titel
  • Soort aanzicht
  • Vergroting (bij microscoop)
En niet te vergeten:
  • Naam
  • Klas
  • Datum

teken met potlood, strakke lijnen en zet de onderdelen erbij.

Slide 45 - Slide

Opruimen
  • Microscoop altijd met 2 handen vasthouden
  • Tafel terugdraaien
  • Objectief op kleinste stand (rood)
  • Lamp uit
  • In de doos schuiven of zak erover
  • Snoer erbij leggen

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Slide

Maak je eigen dierentuin
In een groep van maximaal 4 leerlingen
Knip de dieren uit en plak je deze in de dierentuin
Zet er pijlen bij die aangeven wat de dieren met elkaar te maken hebben (zoogdieren, teengangers, roofdieren, veren etc)
Maak de dierentuin mooi met begroeiing, een speeltuin of restaurant.

Slide 49 - Slide

Aan het werk:
bekijk de zoekkaart goed (vragen achterop geschreven)
Vul stap voor stap in 

Slide 50 - Slide