Geeft aan in welke mate de inkomensverdeling afwijkt van een geheel gelijke inkomensverdeling
LET OP:
Cumulatieve percentages!
Slide 2 - Slide
lorenz curve
horizontale as:
bevolking van 0 tot 100%, geordend op inkomen (hier: groepjes van 10%)
verticale as:
het inkomen dat CUMULATIEF wordt verdient van het totale inkomen
je start bij 0% en eindigt bij 100%
Slide 3 - Slide
lorenz curve
Hoeveel procent van het inkomen wordt verdiend door de 40 % armste mensen?
16,4 %
Hoeveel procent van het inkomen wordt verdiend door de 60 % rijkste mensen?
100 % - 16,4 % = 83,6 %
Hoeveel procent van het inkomen wordt verdiend door de 20 % rijkste mensen?
100 % - 58,5 % = 41,5 %
Slide 4 - Slide
Ginicoëfficiënt
Ginicoëfficiënt = oppervlakte 1 als percentage van oppervlakte 1 + 2. Hoe groter de GF hoe verder de curve is verwijderd van diagonaal hoe groter de ongelijkheid
Slide 5 - Slide
Percentielratios
Inkomen rijkste groep/inkomen armste groep
Armste 10 %--> 2,9 %
Rijkste 10 %--> 43 %
(100 % - 57 %)
Rijkste verdient 43/2,9 = 14,8 x zo veel
Slide 6 - Slide
Lees en huiver
Bladzijde 112 'In context: topinkomens in Nederland'