7.4 Relaties

Ecologie
Relaties
1 / 37
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Ecologie
Relaties

Slide 1 - Slide

De ene soort voordeel
de ander nadeel
beide soorten voordeel
de ene soort voordeel de ander geen voor- of nadeel
mutualisme
commensalisme
parasitisme

Slide 2 - Drag question

Geef van elke symbiose vorm twee voorbeelden. Je mag internet gebruiken.

Slide 3 - Open question

Intraspecifiek relaties
Interacties tussen individuen van dezelfde soort (intraspecifiek):

- Concurrentie:
Voorbeeld: Twee vogels die vechten om dezelfde nestplaats of voedselbron.

- Samenwerking/ coöperatie:
Voorbeeld: Een groep mieren die samenwerkt om voedsel terug te brengen naar hun nest.
                        Een groep wolven die samenwerkt bij de jacht om prooien te vangen.

- Hiërarchie:
Voorbeeld: Een groep wolven waarin er één dominante leider is, de alfawolf genoemd.



Slide 4 - Slide

Interspecifiek relaties
Interacties tussen individuen van verschillende soorten (interspecifiek):

  • Predatie: een leeuw die jaagt op een zebra om het als voedsel te vangen.
  • Mutualisme: bijen die nectar verzamelen uit bloemen en onbewust bijdragen aan de bestuiving van de bloem. (+/+)
  • Parasitisme: een teek die zich voedt met het bloed van een hond en daardoor schade veroorzaakt. (-/+)
  • Commensalisme: vogels die in bomen zitten en profiteren van beschutting en hoogte (+/0)







Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

lintwormen- teken - vlo 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Mimicry
- Mimicry is het nabootsen van een ander organisme om minder aantrekkelijk te zijn voor predatoren (giftiger/gevaarlijker/minder lekker)
- Wat is het verschil met camouflage?

Slide 11 - Slide

Mimicry
Lijken op een ander (giftig) dier

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

roofmijten
mijten
roofmijten 
mijten

Slide 19 - Slide

Welke kleur lijn is de predatorpopulatie?
Leg uit...

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Kies de juiste volgorde van klein naar groot:
A
ecosysteem - individu - levensgemeenschap - populatie
B
Individu - levensgemeenschap - populatie - ecosysteem
C
individu - populatie - levensgemeenschap - ecosysteem
D
Ecosysteem - levensgemeenschap - populatie - individu

Slide 26 - Quiz

Tot welk niveau horen boomalgen die op een boom zitten?
A
Populatie
B
Ecosysteem
C
Individu
D
Organisme

Slide 27 - Quiz

Vraag 2c
een relatie tussen een groep individuen van dezelfde soort
Relatie tussen de organisme 
en de omgeving
Relaties tussen alle populaties 
in een bepaald gebied
Relaties tussen levende wezens 
en abiotische factoren
Ecosysteem
Individu
Levens
gemeenschap
Populatie

Slide 28 - Drag question

Milieu
Biotisch
Ecologie
Relaties
Abiotisch
Dit heeft invloed op organismen en wordt beïnvloed door organismen.
De studie van de relaties tussen organismen en het 
milieu.

Slide 29 - Drag question

Een habitat beschrijft een leefgebied van één soort, terwijl een ecosysteem een leefgebied vormt voor meerdere soorten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quiz

Parasitisme is een voorbeeld van een predator-prooirelatie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quiz


A
Geen van beide
B
Verklaring I
C
Verklaring II
D
Verklaring I en II

Slide 32 - Quiz

Welke relatie tussen soort A en soort B is het meest waarschijnlijk?
A
Concurrenten
B
Parasiet - gastheer
C
Prooi - predator
D
Symbiose

Slide 33 - Quiz

Waar zijn altijd de meeste van in een predator-prooi relatie?
A
Predatoren
B
Prooien
C
Van beide evenveel
D
Dat maakt niet uit

Slide 34 - Quiz

Bij een dynamisch evenwicht...
A
Neemt de populatiegrootte predatoren af, en blijft de populatiegrootte voor prooien gelijk
B
Neemt de populatiegrootte prooien af, en blijft de populatiegrootte van predatoren gelijk
C
Nemen populatiegroottes van predatoren en prooien beide toe en af over lange periode
D
Blijven de populatiegroottes van predatoren en prooien gelijk over een lange periode

Slide 35 - Quiz

Spuitkevers uit Zuid-Amerika kunnen ingezet worden om de in Nederland woekerende waterhyacint uit te roeien. Aan welke voorwaarde moet worden voldaan, wil de kever het beoogde doel bereiken en toch niet zelf tot een plaag uitgroeien?

Slide 36 - Open question

HUISWERK
Bestudeer 7.4 en een mindmap
  maak de opdrachten van de les 

Slide 37 - Slide