1.3

Wat gaan we doen vandaag?
Eerste blok:
  • Terugblik vorige les
  • Leerdoelen 
  • Uitleg 1.3 (rekenopgave)
Tweede blok:
  • Rekenspelletje 4-op-1-rij
  • Tijd voor huiswerk
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EcoMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen vandaag?
Eerste blok:
  • Terugblik vorige les
  • Leerdoelen 
  • Uitleg 1.3 (rekenopgave)
Tweede blok:
  • Rekenspelletje 4-op-1-rij
  • Tijd voor huiswerk

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Wat ga je leren? ...
  • hoe je conclusies kunt trekken uit een begroting;
  • welke drie soorten inkomens er zijn;
  • hoe je gezinsuitgaven in drie groepen kunt indelen;
  • hoe je bedrage kunt omrekenen van maand naar week en omgekeerd;
  • hoe je een reservering kunt berekenen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Verschillende soorten inkomens
Uit arbeid
Beloning voor werk

- In dienst (loon of salaris)
- Eigen bedrijf (winst)
Overdrachts-inkomen
Zonder tegen-
prestatie

- Uitkeringen (AOW, kinderbijslag etc.)
- Kleed- en/of zakgeld
Uit bezit
Geld uit bezittingen

- Verhuur vakantiehuis
- Rente op spaargeld
Inkomen in natura
Beloning in de vorm van een goed of dienst

- auto van de zaak
- ov kosten vergoed

Slide 4 - Slide

inkomen in natura = beloning in de vorm van een goed of dienst.
Verschillende soorten uitgaven
  • Dagelijkse uitgaven (of huishoudelijke uitgaven) = alledaagse uitgaven.
  • Vaste lasten = de uitgaven die je met een vaste
    regelmaat moet betalen.
  • Incidentele uitgaven = grote uitgaven, niet vaak
    en zonder vaste regelmaat.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Goed om te weten!
Hoeveel dagen heeft een jaar?
  • 365
Hoeveel weken heeft een jaar?
  • 52
Hoeveel maanden heeft een jaar?
  • 12

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Je rekent ALTIJD eerst naar jaar
Van dag naar jaar
  • x 365
Van week naar jaar
  • x 52
Van maand naar jaar
  • x 12

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Je rekent ALTIJD eerst naar jaar
Van dag naar jaar
  • Per dag verdien je €10. Hoeveel verdien je per jaar?
Van week naar jaar
  • Per week verdien je €100. Hoeveel verdien je per jaar?
Van maand naar jaar
  • Per maand verdien je €1000. Hoeveel verdien je per jaar?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Je rekent DAARNA naar X
Van jaar naar dag
  • ÷ 365
Van jaar naar week
  • ÷ 52
Van jaar naar maand
  • ÷ 12

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Je rekent ALTIJD eerst naar jaar
Van jaar naar dag
  • Per jaar verdien je €1000. Hoeveel verdien je per dag?
Van jaar naar week
  • Per jaar verdien je €1000. Hoeveel verdien je per week?
Van jaar naar maand
  • Per jaar verdien je €1000. Hoeveel verdien je per maand?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schrijf mee, opdracht 9

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Geld opzijzetten
Reserveren = geld opzij zetten zodat je later bepaalde uitgaven kunt maken.

Reservering per maand = benodigd bedrag : aantal maanden

Je wilt over een jaar een nieuwe telefoon van €760 kopen. Van je ouders krijg je €100. Hoeveel moet je per maand reserveren?

             
            

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Budgetteren
= Het op elkaar afstemmen van inkomsten en uitgaven
--> begroting = overzicht van je verwachte inkomsten en verwachte uitgaven. 
NIBUD Nationaal instituut voor budgetvoorlichting

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

4-op-1-rij
Wat zijn de regels?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Nu mogen jullie 
Wat? Maak opdracht 2 t/m 11
Hoe? Je mag overleggen, maar geen dierentuin
Klaar? Geef een seintje, dan kom ik checken!!

Niet af? Huiswerk voor de volgende les (controle)

Slide 15 - Slide

This item has no instructions