Les 45 persoonlijke/bezittelijke voornaamwoorden

Welkom allemaal 
- jassen uit, tassen van de tafel 
- spullen pakken: boeken, laptop, pen/potlood aantekeningenmap etc. 
- telefoons in 't zakkie 

--> starten met NUMO 
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom allemaal 
- jassen uit, tassen van de tafel 
- spullen pakken: boeken, laptop, pen/potlood aantekeningenmap etc. 
- telefoons in 't zakkie 

--> starten met NUMO 

Slide 1 - Slide

Het programma 
voorkennis activeren 
het lesdoel 
uitleg les 45
aantekeningen maken 
opdrachten maken 
nakijken 
terugkoppeling lesdoel

Slide 2 - Slide

Is dat u/uw boek?

Slide 3 - Mind map

Het lesdoel 
Aan het einde van de les kan ik het verschil uitleggen tussen persoonlijke voornaamwoorden en bezittelijke voornaamwoorden. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Aantekeningen
Een persoonlijk voornaamwoord geeft personen, dieren en dingen aan. 
Voorbeelden: ik, jij, hij, u, zij, wij, jullie, hem, haar, ons, 

Een bezittelijk voornaamwoord geeft aan dat iets het bezit is van iemand. 
Voorbeelden: mijn, zijn, haar, uw, jullie, ons

Slide 12 - Slide

Instructie 
Je gaat les 45 maken opdracht: 1, 5, 6, 7 en 8. 
Je hebt 15 minuten. 
Eerste 5 minuten in stilte beginnen. 
Steek je vinger op, als je iets niet begrijpt. 
Als je eerder klaar bent, ga je aan NUMO werken. 

Slide 13 - Slide

Nakijken 

Slide 14 - Slide

Nakijken 

Slide 15 - Slide

Nakijken 

Slide 16 - Slide

Het lesdoel 
Aan het einde van de les kan ik het verschil uitleggen tussen persoonlijke voornaamwoorden en bezittelijke voornaamwoorden. 

Slide 17 - Slide