Start H4: De Romeinen

H4 De Romeinen
Dit heb je nodig:
  • Je boeken.
  • Je schrift
  • Je iPad
  • Pen en markeerstiften
1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H4 De Romeinen
Dit heb je nodig:
  • Je boeken.
  • Je schrift
  • Je iPad
  • Pen en markeerstiften

Slide 1 - Slide

Deze les:
  • Terugblik toets H3.
  • Stukje herhaling
  • Introductie H4
  • Aan de slag

Slide 2 - Slide

Aan het einde van deze les:
... Heb je vragen kunnen stellen over de toets van H3
... Heb je je mening kunnen geven over de toets van H3 en voorstellen voor de werkwijze van H4.
... heb je kennis over de bestuursvormen en samenlevingen herhaalt.
...weet je waar H4 over gaat.
... Weet je welke begrippenopdracht je dit hoofdstuk gaat maken en hoe je dat moet doen.

Slide 3 - Slide

Toets H3:
  • Je krijgt 5 min om even je toets in te zien, de toets bespreken doen we later.
  • Heb je vragen dan steek je je vinger op. 
  • Je bekijkt je toets in stilte 
timer
5:00

Slide 4 - Slide

Dit vond ik van mijn cijfer op de toets:
😒🙁😐🙂😃

Slide 5 - Poll

Dit gaat al goed in de les, dit moet zo blijven:

Slide 6 - Open question

Dit zou ik graag willen in de lessen.

Slide 7 - Open question

Deze samenlevingen ken je nu:
  • Samenleving van de jager-verzamelaars: samenleving waarin mensen als nomaden leven van wat ze vangen en vinden in de natuur.
    (Tijd van jagers en boeren, prehistorie, H1)

  • landbouwsamenleving: samenleving waarin mensen in dorpen leven van landbouw
     (Tijd van jagers en boeren, prehistorie, H1)

  • landbouw-stedelijke samenleving:  samenleving met steden waar een minderheid van de bevolking leeft van ambachten en handel, terwijl de meeste mensen op het platteland leven van landbouw. (Tijd van Grieken en Romeinen, Oudheid, H2,H3,H4)

Slide 8 - Slide

Bestuursvormen:
  • Monarchie:  Staat met aan het hoofd een vorst (koning of koningin).
  • Aristocratie: regering van een groep aanzienlijke (belangrijke) mannen.
  • Tirannie: Iemand die alleen de staat bestuurd en vaak door geweld aan de macht is gekomen.
  • Democratie: Het volk bestuurt de samenleving.

Slide 9 - Slide

Tijdvak en periode:
Tijdvak 2: Grieken en Romeinen.
Periode 2: Oudheid 
Jaartallen: 3000 v.Chr. - 500 n.Chr.

Slide 10 - Slide

In dit hoofdstuk 
Dit hoofdstuk gaat over de opkomst en ondergang van het Romeinse rijk.

  • 4.1 Van stad tot wereldrijk
  • 4.2 De Romeinse samenleving
  • 4.3 De cultuur van het rijk
  • 4.4 De opkomst van het christendom
  • 4.5 Romeinen en Germanen

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Dit weet ik al over de Romeinen

Slide 13 - Mind map

Uitleg begrippenopdracht:
  • Dit hoofdstuk gaan jullie ( mag in een tweetal)  een begrippenlijst met afbeeldingen en uitleg maken. Deze begrippenlijst helpt je bij het leren en is niet voor een cijfer.
  • Je maakt deze opdracht in PowerPoint en je zorgt dat aan het begin van elke les de begrippen uit het huiswerk uitgewerkt zijn en wanneer je  samenwerkt op alle iPads staan, zodat ik dit kan controleren.
  • Let op! de afbeeldingen moeten passen bij de tijd van de Romeinen.

Slide 14 - Slide

Uitleg begrippenopdracht:
Dit zijn de begrippen:
  • 4.1: Burgeroorlog, dictator, keizer, republiek, wereldrijk.
  • 4.2: Gladiator, proletariaat.
  • 4.3: Multiculturele samenleving, romanisering, staatsgodsdienst.
  • 4.4: Christendom.
  • 4.5: Bondgenootschap, limes, volksverhuizing.

Slide 15 - Slide

Doe het zo:
begrip: 
betekenis:
plaatje:
uitleg: Wij vinden dat dit plaatje bij het begrip past want op het plaatje zie je..... daarom past het bij het begrip.

Slide 16 - Slide

voorbeeld: 
begrip: Krijgsgevangene
betekenis: persoon die in de oorlog gevangen is genomen
Plaatje:
uitleg: Ik vind dat dit plaatje bij het begrip past want op het plaatje zie je slaven die verkocht worden, krijgsgevangenen werden vaak als slaaf verkocht, daarom past het plaatje bij het begrip.

Slide 17 - Slide

Aan de slag:
  • Maak een PowerPoint aan, en zorg dat je 14 dia's maakt waarom je al vast de basis hebt gezet. 
  • Zoek daarna in je boek de betekenis van de begrippen en vul deze in bij betekenis.

Dit zijn de begrippen:
  • 4.1: Burgeroorlog, dictator, keizer, republiek, wereldrijk.
  • 4.2: Gladiator, proletariaat.
  • 4.3: Multiculturele samenleving, romanisering, staatsgodsdienst.
  • 4.4: Christendom.
  • 4.5: Bondgenootschap, limes, volksverhuizing.

Slide 18 - Slide

Controle lesdoelen:
Aan het einde van deze les:
... Heb je vragen kunnen stellen over de toets van H3
... Heb je je mening kunnen geven over de toets van H3 en voorstellen voor de werkwijze van H4.
... heb je kennis over de bestuursvormen en samenlevingen herhaalt.
...weet je waar H4 over gaat.
... Weet je welke begrippenopdracht je dit hoofdstuk gaat maken en hoe je dat moet doen.

Slide 19 - Slide