Les 5. Hoofdstuk 6

Mevrouw de Cuba
1 / 22
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Mevrouw de Cuba

Slide 1 - Slide

LOS OBJETIVOS DE LA CLASE
- introducción del nuevo capítulo 
- introducción de los tiempos del pasado 

Slide 2 - Slide

El programa de hoy
5 min - Bienvenidos 
25 min-  terminar chupa 
5 min- 'examen final'
15 min - orientación
15 min-  introducción verleden tijd
15 min - ¡A trabajar! 


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Toetsweek E 
Proefwerk + leesvaardigheid
Hoofdstuk 6: Bron D el pretérito perfecto
Bron E frases claves SP-NL en NL-SP
Bron I verschil SER/ESTAR/HAY
6.1 SP-NL
6.4 NL-SP

Slide 5 - Slide

Hoofdstuk 6
Orientación
En verano en Cádiz 
Ejercicio 1, 2 


 


timer
15:00

Slide 6 - Slide

Verleden tijd
Doel: -Ik weet wat de verleden tijd is.
-Ik kan woorden en zinnen in de verleden tijd zetten

Slide 7 - Slide

Wat is de verleden tijd? 

Slide 8 - Slide

De verleden tijd

Slide 9 - Slide

perfecto - indefinido - imperfecto
Perfecto: Het tijdvak waarin iets gebeurde is nog gaande (vanochtend, vanmiddag, vanavond, vandaag, deze week, deze maand, enz.)
indefinido: Het tijdvak waarin iets gebeurde is afgesloten (gister, vorige week, enz.) 
imperfecto: onduidelijk wanneer iets gebeurde in het verleden (vroeger, in mijn jeugd, enz.)

Slide 10 - Slide

El pretérito perfecto
Je gebruikt deze tijd wanneer de periode waarin de gebeurtenissen plaatsvonden nog niet is afgesloten.
Ook gebruik je deze tijd wanneer het niet bekend of niet belangrijk is wanneer iets is gebeurd. 

Vervoeging: hulpwerkwoord + voltooid deelwoord
He caminado en el bosque
Hemos estudiado para el exámen

Slide 11 - Slide

Hoe maak ik de voltooid tegenwoordige tijd?
Ik heb nodig:

- de vervoeging van een hulpwerkwoord 
- het voltooid deelwoord

Slide 12 - Slide

Hoe maak ik de pretérito perfecto?
Ik heb nodig:

- de vervoeging van het hulpwerkwoord haber
- het Spaanse voltooid deelwoord

Slide 13 - Slide

Pretérito Perfecto

Slide 14 - Slide

Pretérito perfecto
Werkwoorden op -ar                           -ado
Werkwoorden op -er                           -ido
Werkwoorden op -ir                             -ido

Uitzonderingen: 



decir
dicho
hacer
hecho
escribir
escrito
ver
visto

Slide 15 - Slide

Het hulpwerkwoord voor de
presente perfecto is...
A
hace
B
hacer
C
hader
D
haber

Slide 16 - Quiz

De perfecto van estar=
A
estido
B
estedo
C
estado

Slide 17 - Quiz

Perfecto: Comer
A
Comido
B
Comado
C
Comedo

Slide 18 - Quiz

Wat is een voorbeeld van de perfecto?
A
trabajo
B
he trabajado
C
trabajé
D
estoy trabajando

Slide 19 - Quiz

Perfecto: Ir (ellas)
A
Ha isto
B
Han ido
C
Hemos isto
D
Habéis ido

Slide 20 - Quiz

Perfecto: Surfear(tú)
A
He surfeado
B
Ha surfeido
C
Has surfeado
D
Has surfeido

Slide 21 - Quiz

Practicar el pretérito perfecto
Klik hier en maak onderstaande opdrachten

Opdracht 1: Combineer de meest logische zinnen.
Opdracht 2: Vul het deelwoord in (-ADO / -IDO)
Opdracht 3: Memorie, zoek het onregelmatige deelwoord bij het hele ww.
Opdracht 4: Vervoeg de werkwoorden naar de pretérito perfecto 
                           (vergeet de juiste vorm van haber niet!)

Slide 22 - Slide