Dida - taal - OA - jaar 2 - les 1 - taalontwikkeling

Les 1. Taalontwikkeling
Verdieping
Taaldidactiek
Tweedejaars OA


Daan van der Fange
dfange@novacollege.nl
1 / 26
next
Slide 1: Slide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Les 1. Taalontwikkeling
Verdieping
Taaldidactiek
Tweedejaars OA


Daan van der Fange
dfange@novacollege.nl

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Wat versta jij allemaal onder taal?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat zou een taak van de onderwijsassistent zijn op het gebied van taal?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Lessenserie
1. Algemene taalontwikkeling
2. Interactief taalonderwijs
3. Meertaligheid & NT2
4. Woordenschat
5. Geletterdheid
6. Lezen 
7. Schrijven
8. Zaakvakken (H8) & Engels (H9) + diagnost.toets

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Programma

  • Introductie
  • Theorie taalontwikkelingsfases
  • Opdracht 1
  • Energizer
  • Theorie taalleermechanisme
  • Opdracht 2
  • Afronding en huiswerk 
Doel

Aan het eind van de les kun je de fases in de taalontwikkeling van een kind benoemen, deze fases herkennen en hier voorbeelden bij geven.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Taalontwikkelingsfases
(PWB HS 3.5 blz. 72-75)
Prelinguale periode (0 - 1 jaar)
  • De voortalige fase (of prelinguale fase)

Linguale periode
  • De vroegtalige / vroeglinguale fase (1 - 2,5 jaar)
  • De differentiatiefase (2,5 - 5 jaar)
  • De voltooiingsfase (5 - 9 jaar)

Schrijf mee! Straks een oefening!

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

1. De voortalige (prelinguale) fase
  • Huilen (eerste 6 wk)
  • Vocaliseren (6 - 20 wk) : klanken ontdekken & produceren - spraakmechanisme oefenen 
  • Vocaal spel (4 - 6 maanden): experimenteren met klanken (nu ook medeklinkers), verschillen in toonhoogte, luidheid & duur
  • Brabbelen (vanaf 7 maanden): herhalen van klankgroepen

Een kind oefent met de articulatie, de klankstructuur v/d taal, de zinsmelodie & de communicatie met anderen
Woordenschat - passief



Slide 8 - Slide

Huilen (eerste 6 wk)
Vocaliseren (6 - 20 wk) : klanken ontdekken & produceren - spraakmechanisme oefenen
Vocaal spel (4 - 6 maanden): experimenteren met klanken (nu ook medeklinkers), verschillen in toonhoogte, luidheid & duur
Brabbelen (vanaf 7 maanden): herhalen van klankgroepen

Slide 9 - Video

This item has no instructions

2. De vroegtalige (vroeglinguale) fase
1 - 2,5 jaar

  • Klanken aan betekenis koppelen (inhoudswoorden);
  • Woorden benoemen (labelen) (éénwoordfase);
  • Woorden combineren (twee- en meerwoordfase);
  • Enige woordvolgorde (telegramzinnetjes - mama zitten)
  • Actieve woordenschat neemt toe
  • Overgeneralisatie (een oude man is een opa)

Wie kan er een voorbeeld noemen?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

3. De differentiatiefase
2,5 - 5 jaar
  • Langere zinnen en uitbreiden v/d woordenschat;
  • Meer tijdsbesef - vervoegen van werkwoorden;
  • Samenstellingen (huisdeur) en woordcombinaties
  • Eenvoudige zinnen begrijpen (functiewoorden)
  • Nadenken over taal en creatief zijn met taal (overregularisatie = ik liepte) 
  • Verbanden tussen woorden in een zin zien (syntactische aspect);

'Ze leren om te praten over dingen die buiten het hier en nu liggen'


Slide 11 - Slide

Als tijdsbesef doorbreekt -> dan ook in staat om verleden tijd te ontdekken door -te achter een woord te plaatsen
Prietpraat 
  • Tweedehandswinkel 
  • Ik besef me
  • Met zonder jas

  • Iemand een ander leuk voorbeeld?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel woorden kent een kind van 2 ongeveer gemiddeld?
A
100
B
200
C
500
D
1000

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel woorden kent een kind van 3 ongeveer gemiddeld?
A
500
B
1000
C
1500
D
2000

Slide 14 - Quiz

4 jaar: dubbele 3200 woorden
Waarom heet deze fase de differentiatiefase?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

4. De voltooiingsfase
Van 5 tot 9 jaar.
Het kind leert...
  • lezen en schrijven;
  • nog meer woorden kennen;
  • sociale regels van de taal

De andere fasen worden min of meer afgerond

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel woorden kent een kind van 6 ongeveer gemiddeld?
A
2000
B
3000
C
4000
D
5000

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Opdracht 1.
Beluister de geluidsfragmenten/ filmpjes (1t/m 4)

  • In welke fase bevindt dit kind zich? 
  • Waar kun je dit aan herkennen?

-> zie werkblad

Kind 1 - Mia
Kind 5 - Lise
Kind 4 - Eef
Kind 3 - Tygo
Kind 2 - Ice
Kind 6 - Tygo
Kind 3 - Siem
Kind 6 - Juul

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Energizer
Heeft iemand een leuk taalspelletje om te doen?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Taalleermechanisme








Bron: Nu pedagogisch werk (Colbers, Hillen, Kuiper, Perenboom, 2017) blz. 92

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 2.
Beschrijf de volgende begrippen en leg uit a.d.h.v. een voorbeeld

  • Vocaliseren
  • Overgeneralisatie
  • Actieve woordenschat
  • Passieve woordenschat
  • Taalleermechanisme


timer
10:00

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Een kind (2 jaar) gebruikt een tweewoordzin, in welke taalfase zit dit kind?
A
De prelinguale fase
B
De voltooiingsfase
C
De differentiatiefase
D
De vroeglinguale/ vroegtalige fase

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

0 - 1 jaar
1 - 2,5 jaar 
2,5 - 5 jaar
5 - 9 jaar
de voltooiingsfase
de voortalige (prelinguale) fase
de vroegtalige (vroeglinguale) fase
de differentiatiefase

Slide 23 - Drag question

This item has no instructions

Afronding

Wat neem je mee?
Doelen behaald?

Doelen
  • Aan het eind van de les kun je de fases in de taalontwikkeling van een kind benoemen, deze fases herkennen en hier voorbeelden bij geven.
Huiswerk & vooruitblik

  • Prentenboek mee!

  • Taalspelletjes -> wat zie je op stage?

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Wanneer begint het leren van je moedertaal?
A
direct na de conceptie
B
na ongeveer 26 weken in de baarmoeder
C
direct na de geboorte
D
vanaf de derde week na de geboorte

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat hoort een ongeboren baby waardoor hij de taal leert?
A
de stem van zijn moeder
B
omgevingsgeluiden
C
het ritme van de taal
D
spraakklanken

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions