1. Lees op hoeveel decimalen je moet afronden.
2. Zet een streep achter het gevraagd aantal decimalen.
3. Kijk naar het getal achter de streep.
4. Is dat getal een 0, 1, 2, 3 of 4? --> dan blijft het getal voor de streep gelijk. Dit heet naar beneden afronden.
5. Is dat getal een 5, 6, 7, 8 of 9? --> dan gaat het getal voor de streep één omhoog. Dit heet naar boven afronden.