Hst 35 Samengestelde zinnen Deel 1

Nodig: laptop, map, pen, Kern
1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nodig: laptop, map, pen, Kern

Slide 1 - Slide

Vandaag Hst 35 

Wat zijn hoofd- en bijzinnen en hoe je herken je deze.

Ook leer je wat nevenschikkend en onderschikkend betekent.

Dit is deel 1 van hst 35, morgen deel 2

Slide 2 - Slide

Leerdoelen Hst 35 

Slide 3 - Slide

Agenda
Eerst even terug naar wat grammatica ook weer was

...dan uitleg en aan de slag

Log in Lessonup

Slide 4 - Slide

Welke soorten grammatica ken je ook weer?

Slide 5 - Open question

Welke vraag kun je bij woord benoemen krijgen?
A
Zoek de persoonsvorm
B
Hoe vind je het lv in een zin?
C
Benoem het naamwoordelijk gezegde
D
Wat is een voornaamwoord?

Slide 6 - Quiz

Welke vraag kun je bij zinsontleden (ook wel redekundig ontleden) krijgen?
A
Zoek de persoonsvorm
B
Zoek de bijvoeglijk naamwoorden
C
Is het een sterk of zwak werkwoord
D
Wat is een voornaamwoord?

Slide 7 - Quiz

Onderdeel van redekundig ontleden ofwel zinsdelen benoemen

Slide 8 - Slide

Is dit één zin of twee?
De man die daar in zijn eentje liep, doet heel erg raar. 

Slide 9 - Slide

Je kunt ook zeggen 
De man doet heel erg raar. 

Slide 10 - Slide

Maar het is één zin
Die is samengesteld uit twee zinnen, net als

"De Minister houdt een persconferentie voor journalisten en vertelt dat de onderhandelaars er opnieuw niet uitkomen."

Slide 11 - Slide

Voordat we naar de theorie gaan (dus niet gehinderd door enige kennis): probeer een samengestelde zin te maken

Slide 12 - Open question

Waarom belangrijk?
1. In echte teksten (studieboeken, brieven van de overheid, nieuws) zijn zinnen bijna nooit enkelvoudig. 
2. Hoe je de werkwoorden spelt en de zin opbouwt is moeilijker in samengestelde zinnen. 

Slide 13 - Slide

Lees nu zelf blz. 142 

Wat zijn hoofd- en bijzinnen en hoe je herken je deze.

Wat betekent nevenschikkend en onderschikkend?  

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Onthoud 
Je neef is op hetzelfde niveau als jij qua generatie in de familie

Dus 'nevenschikkend' betekent beide zelfde niveau, beide hoofdzinnen 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Let op:
Je kunt ook zinnen met drie (of zelfs meer) zinnen hebben.

Iedere zin is een soort bouwsteen voor de totale zin.  

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Maken 


Vraag 1, 2, 3 
blz. 143


timer
8:00

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Vraag 1
a is, kunnen; samengestelde zin
b kunnen; enkelvoudige zin
c is, kunt; samengestelde zin
d koopt, staan; samengestelde zin
e zorgt, worden; samengestelde zin
f blijft; enkelvoudige zin
g is; enkelvoudige zin
h is; enkelvoudige zin

Slide 29 - Slide

Vraag 2
a HZ-BZ; onderschikking
b BZ-HZ; onderschikking
c HZ-HZ; nevenschikking
d BZ-HZ; onderschikking
e HZ-BZ; onderschikking
f HZ-BZ-zelfde HZ; onderschikking
g HZ-HZ; nevenschikking
h HZ-BZ; onderschikking

Slide 30 - Slide

Vraag 3
De zinnen zijn samengesteld uit meer dan twee zinnen.

a In 1665 beschreef Christiaan Huygens (HZ) hoe zijn zelfgemaakte slingerklokken gelijk begonnen te tikken (BZ) als ze naast elkaar hingen (BZ).

b Het gaat heel goed met YouTuber Nina Houston (12) (HZ) want ze heeft al meer dan 150.000 abonnees (HZ) en daarom vroeg Kidsweek haar het hemd van het lijf (HZ).

Slide 31 - Slide

Vraag 3
c De tweede aflevering bleek opnieuw de moeite waard (HZ), maar haalde het niet bij de eerste uitzending (HZ) waarin wereldwijd gescoord werd met een grappig filmpje (BZ).

d Het poppodium TivoliVredenburg maakte na de opening in juni 2014 een moeilijke start door (HZ) omdat de bouwkosten van de muziektempel zo uit de hand waren gelopen (BZ) dat de huisvestinglasten (te) zwaar op de begroting drukten (BZ).

Slide 32 - Slide

Geleerd R & T1
Morgen verder 

Slide 33 - Slide

Persoonsvorm
  • Is altijd een werkwoord
  • In elke zin staat een persoonsvorm
  • Je vindt de persoonsvorm door de tijd- of de getalproef  ( of door de zin vragend te maken)

Slide 34 - Slide