2.5 Samenhang: ontwikkeling en bevolkingsgroei

2.5 Samenhang: ontwikkeling en bevolkingsgroei


H2:Wereldbeeld
Domein: Wereld
Havo 4
1 / 12
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

2.5 Samenhang: ontwikkeling en bevolkingsgroei


H2:Wereldbeeld
Domein: Wereld
Havo 4

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Ik kan verklaren waarom de absolute wereldbevolking groeit terwijl de relatieve groei daalt.
  • Ik kan uitleggen waarom het geboortecijfer in arme landen veel hoger is dan in rijke landen.
  • Ik kan aan de hand van de economische en sociaal-culturele ontwikkeling de positie van een land in het demografisch transitiemodel beschrijven en uitleggen wat het gevolg hiervan is voor de leeftijdsopbouw.

Slide 2 - Slide

Op welke twee manieren vindt bevolkingsgroei plaats?

Slide 3 - Slide

Bevolkingsgroei
  • Natuurlijke bevolkingsgroei = geboortecijfer – sterftecijfer
  • Sociale bevolkingsgroei = immigratie - emigratie

Slide 4 - Slide

Oefenvraag!

Geef een verklaring voor het feit dat de absolute bevolkingsgroei van de wereldbevolking toeneemt, terwijl de relatieve bevolkingsgroei afneemt.



Slide 5 - Slide

Antwoord
1. De moeders van morgen zijn al geboren;
2. De levensverwachting stijgt.

(Gemiddeld moet een vrouw 2,1 kind krijgen om de generatie in stand te houden = vervangingsfactor)

Slide 6 - Slide

Welk verband is er tussen welvaart en bevolkingsgroei? Maak een hoe-hoe zin.

Slide 7 - Slide

Verschillen in bevolkingsgroei (1)
Redenen:
  • Demografisch (jonge leeftijdsopbouw -> veel vrouwen in de vruchtbare leeftijd)
  • Onderwijs (hoe hoger de scholingsgraad van vrouwen, hoe minder kinderen)

Slide 8 - Slide

Verschillen in bevolkingsgroei (2)
Redenen:
  • Cultuur (traditionele rol vrouw en/of aanzien)
  • Gezondheid (hoe hoger de kindersterfte, hoe groter de gezinnen)
  • Armoede (hoe hoger de welvaart, hoe hoger de economische zekerheid, hoe minder kinderen)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Aan de slag!


Maak de opdrachten 1, 2, 3, 4 en 6 van par. 2.5.


Slide 12 - Slide