Toonhoogte en Frequentie

Toonhoogte en Frequentie

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je:

- Drie factoren noemen die de hoogte van de toon beïnvloeden, uitleggen wat frequentie is, trillingstijd

- De frequentie bepalen in een oscilloscoopbeeld

- Berekeningen maken met trillingstijd en frequentie

- Het frequentiebereik van het menselijk oor noemen.

Leerdoelen

Wat weet je al over toonhoogte en frequentie?

Leerdoelen

Spanning, massa en lengte van de snaar bepalen de hoogte van de toon.

Toonhoogte

Leerdoelen

Frequentie is het aantal trillingen per seconde en wordt gemeten in Hertz (Hz).

Frequentie

Leerdoelen

Een oscilloscoopbeeld toont de trillingstijd en frequentie van een geluidsgolf.

Oscilloscoopbeeld

Leerdoelen

Trillingstijd (T) en frequentie (f) zijn omgekeerd evenredig:

f = frequentie (Hz)

T = trillingstijd (s)

Berekening

f=​T​​1​​

frequentie=​trillingstijd​​1​​

Leerdoelen

Het menselijk oor kan frequenties waarnemen

tussen 20 Hz en 20.000 Hz.

Frequentiebereik

Leerdoelen

Quiz

Hoe snel beweegt geluid door lucht?

1. 50 m/s
2. 1480 m/s
3. 343 m/s
4. 964 m/s

Kan je geluid horen als er geen medium is?

1. Ja
2. Nee
3. 343 m/s

Hoe kan je de trillingstijd berekenden als je de frequentie weet?

Noem 3 verschillende voorbeelden van een geluidsbronnen en noem 3 verschillende voorbeelden van een medium.

Hoe ver is het onweer van jou vandaan als je 6 seconde, na je de flits ziet, de donder hoort?
De snelheid van geluid, in lucht, is 343 m/s.

Een snaar van een gitaar trilt 20 keer per seconde. Wat is dan de frequentie?

Een snaar van een gitaar trilt 20 keer per seconde. Wat is dan de trillingstijd?

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je:

- Drie factoren noemen die de hoogte van de toon beïnvloeden, uitleggen wat frequentie is, trillingstijd

- De frequentie bepalen in een oscilloscoopbeeld

- Berekeningen maken met trillingstijd en frequentie

- Het frequentiebereik van het menselijk oor noemen.

Leerdoelen

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.

Leerdoelen

Maak opdracht alle opdrachten van paragraaf 8.1 en 8.2.

Plus opdrachten niet!!!

Huiswerk