5V Thema 6 BS 2 Kringlopen

Kwelders zijn ecosystemen die met vloed onder water staan en met eb boven water. Hier groeien planten die goed met het hoge zoutgehalte om kunnen gaan. Deze ecosystemen zorgen ervoor dat de bodem wordt vast gehouden (wortels) en de golfslag verminderd. Wat voor een soort ecosysteemdienst wordt hier geleverd?
A
Productie dienst
B
Culturele dienst
C
Regulerende dienst
1 / 47
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Kwelders zijn ecosystemen die met vloed onder water staan en met eb boven water. Hier groeien planten die goed met het hoge zoutgehalte om kunnen gaan. Deze ecosystemen zorgen ervoor dat de bodem wordt vast gehouden (wortels) en de golfslag verminderd. Wat voor een soort ecosysteemdienst wordt hier geleverd?
A
Productie dienst
B
Culturele dienst
C
Regulerende dienst

Slide 1 - Quiz

bevolkingsdruk is
A
de groei van de jongeren en grijzen ten opzichte van de beroepsbevolking
B
de spanning tussen de omvang van de bevolking en de bestaansmogelijkheden
C
de spanning tussen de bevolking
D
de spanning tussen bevolkingsgroei en bestaansmogelijkheden

Slide 2 - Quiz

Recycling is
A
Een cola flesje weer met water vullen en hergebruiken
B
Je onderbroek twee dagen dragen
C
Afval gebruiken om nieuw materiaal van te maken
D
Produceren voor het milieu

Slide 3 - Quiz

Drinkwater is een voorbeeld van een.......
A
Culturele dienst
B
Regulerende dienst
C
Productiedienst

Slide 4 - Quiz

Groene recreatie is een voorbeeld van een .............
A
Culturele dienst
B
Regulerende dienst
C
Productiedienst

Slide 5 - Quiz

Kringlopen
Vwo 5
Thema 6 (van vwo 4)
BS 2

Slide 6 - Slide

Vandaag
Leerdoelen:
  • de koolstofkringloop in hoofdlijnen beschrijven en schema's hiervan interpreteren ?
  • de stikstofkringloop van Nijntje nitraat aan de hand van de binas uitleggen?


Slide 7 - Slide

Koolstofkringloop
BINAS 93F
Stikstofkringloop
BINAS 93G

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Koolstofkringloop
Koolstofassimilatie = opbouwen van organische stoffen uit anorganische stoffen

Dissimilatie = afbraak van organische materialen waarbij energie vrijkomt

Aeroob: met zuurstof
Anaeroob: zonder zuurstof
Calciumcarbonaat (CaCO3) is het koolzure zout van calcium.
Waterstofcarbonaat

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Stikstofkringloop 

Slide 34 - Slide

Nijntje nitraat
A: Planten nemen nitraat (NO3-) op.
B: Er vindt stikstofassimilatie plaats
     vorming aminozuren
(vorming eiwitten is voortgezette assimilatie)
C: Dier eet plant, verteert en assimileert eigen        organische stoffen.
D: Bij dissimilatie komt ureum vrij. 
E: Rottingsbacterien breken ureum af tot NH3
F: NH3 lost in (grond)water op tot NH4+
G: Nitrietbacterien zetten NH4+ om in NO2-
H: Nitraatbacterien zetten NO2- om in NO3-


Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

De stikstofbacteriën in wortelknolletjes vormen een belangrijke schakel in de stikstofvoorziening van bepaalde klavers.
Welke bewering over de bacterie bij het omzetten van stoffen met stikstof is juist?
A
Bacterie zet anorganische stoffen om in andere anorganische stoffen
B
Bacterie zet anorganische stoffen om in organische stoffen
C
Bacterie zet organische stoffen om in anorganische stoffen
D
Bacterie zet organische stoffen om in andere organische stoffen

Slide 38 - Quiz

De stikstofbacteriën in wortelknolletjes leven samen met de plant. Bacteriën leveren de plant ammoniak (NH3). Bacteriën krijgen daarvoor een andere stof terug. Welke?
A
Nitraat (NO3-)
B
Ammoniumionen (NH4+)
C
Nitriet (NO2-)
D
Glucose (C6H12O6)

Slide 39 - Quiz

Waarvoor gebruiken planten stikstof?
A
maken van glucose
B
maken van aminozuren
C
maken van DNA
D
maken van chlorofyl

Slide 40 - Quiz

Welk(e) molecu(u)l(en) bevatten stikstof?
A
eiwitten
B
vetten
C
DNA
D
ureum

Slide 41 - Quiz

Welke van onderstaande veranderingen in de atmosfeer is volgens veel wetenschappers verantwoordelijk voor het versterkte broeikaseffect?
A
afname van het ozongehalte (O3-gehalte)
B
toename van het koolstofdioxidegehalte (CO2-gehalte)
C
toename van het ozongehalte (O3-gehalte)
D
toename van het zwaveloxidegehalte (SO2-gehalte)

Slide 42 - Quiz

Denitrificerende bacteriën maken...
A
N2
B
NO3-

Slide 43 - Quiz

Stikstofbindende bacteriën gebruiken...
A
N2
B
NO3-

Slide 44 - Quiz

De omzetting van eiwit naar ammoniak noemen we
A
ammonificatie
B
denitrificatie
C
nitrificatie
D
stifstoffixatie

Slide 45 - Quiz

Hoe kan NH3 uit de kringloop verdwijnen?
A
omzetten naar NH4+
B
ammonificatie
C
vervluchtiging
D
uitspoeling

Slide 46 - Quiz

Afsluiting
Lezen: Thema 6 van V4 mens en milieu BS 2 (blz. 144 t/m 148)
Maken: BS 2 opdr. 10 t/m 16

Kun je:
  • de koolstofkringloop in hoofdlijnen beschrijven en schema's hiervan interpreteren
    ?
  • de stikstofkringloop van Nijntje nitraat
    aan de hand van de binas uitleggen?


timer
5:00

Slide 47 - Slide