Quiz herhaling crimi

Criminaliteit
1 / 10
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Criminaliteit

Slide 1 - Slide

Wat is een goede omschrijving van criminaliteit?
A
Asociaal gedrag.
B
Alle overtredingen die in de wet staan.
C
Alle misdrijven die in de wet staan.
D
Strafbare feiten die minder erg zijn.

Slide 2 - Quiz

Wat is een misdrijf?
A
Zonder te betalen in de bus zitten.
B
Op de fiets zonder licht in het donker fietsen.
C
Een krat bier uit de supermarkt stelen.
D
Wildplassen.

Slide 3 - Quiz

Dus: als je één blikje cola steelt:
A
Ben je asociaal
B
Pleeg je een misdrijf
C
Bega je een overtreding

Slide 4 - Quiz

Wat is een overtreding?
A
Doorlopen waar een bord “verboden toegang” staat.
B
Een fiets stelen.
C
Een schuurtje openbreken.
D
Iemand een klap geven.

Slide 5 - Quiz

Stelen van een fiets. Overtreding of misdrijf?
A
Overtreding
B
Misdrijf

Slide 6 - Quiz

Misdrijf, overtreding of asociaal:
Voordringen bij de kassa
A
Misdrijf
B
Overtreding
C
Asociaal

Slide 7 - Quiz

Een groep jongens met een paar biertjes op daagt een aantal voorbijgangers uit om te gaan vechten.
A
Groepsdruk
B
Alcohol of drugs
C
Spijbelen en schooluitval
D
Biologische factoren

Slide 8 - Quiz

Iktar heeft geblowd en besluit de banden lek te stelen van een auto van de buurman die altijd zeurt over het lawaai van zijn scooter.
A
Groepsdruk
B
Alcohol of drugs
C
Slechte opvoeding
D
Biologische factoren

Slide 9 - Quiz

Als iemand fatsoensregels overtreedt, noemen we dit                         gedrag. Als je een wet overtreedt, 

dan is dat                               gedrag. Als je niet stopt bij een rood stoplicht, is dat een                            , de politie kan je een bekeuring geven. 
Asociaal
Misdrijf
overtreding
strafbaar
Strafblad
verdachte

Slide 10 - Drag question