10.4 Zijdes berekenen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 10: Goniometrie

Les 4: 6 april 2021

Planning

- Herhaling hoeken berekenen

- 10.4 Zijdes berekenen

Wat zijn de drie afkortingen die je moet weten voor hoeken bereken?

Ik heb een overstaande zijde en een aanliggende.
Wat gebruik ik?

1. Sin
2. Cos
3. Tan

Ik heb een overstaande zijde en een schuine.
Wat gebruik ik?

1. Sin
2. Cos
3. Tan

Ik heb een schuine zijde en een overstaande.
Wat gebruik ik?

1. Sin
2. Cos
3. Tan

Ik heb een schuine zijde en een aanliggende.
Wat gebruik ik?

1. Sin
2. Cos
3. Tan

Wat is het stappenplan om een hoek te berekenen?

Bereken hoek B. Rond af op helen

Bereken hoek A. Rond af op helen

Bereken hoek C. Rond af op helen

10.4 Zijdes berekenen

Nu weten we de hoek maar 

moeten we de zijde berekenen

10.4 Zijdes berekenen

Nu weten we de hoek maar 

moeten we de zijde berekenen

Welke zijde is de zijde die berekent 

moet worden?

10.4 Zijdes berekenen

Zijdes:

PR --> Schuine

PQ --> Overstaande

10.4 Zijdes berekenen

Zijdes:

PR --> Schuine

PQ --> Overstaande

Sinus gebruiken

10.4 Zijdes berekenen

Zijdes:

PR --> Schuine

PQ --> Overstaande

                overstaand

∠R = ---------------------

                  schuine

10.4 Zijdes berekenen

Zijdes:

PR --> Schuine

PQ --> Overstaande

                        PQ

sin 48 = ---------------------

                        55

10.4 Zijdes berekenen

Zijdes:

PR --> Schuine

PQ --> Overstaande

                        PQ

sin 48 = ---------------------

                        55

       6

2 = ---

       3

6 = 2 x 3

10.4 Zijdes berekenen

Zijdes:

PR --> Schuine

PQ --> Overstaande

PQ = sin 48 x 55 

       6

2 = ---

       3

6 = 2 x 3

10.4 Zijdes berekenen

Zijdes:

PR --> Schuine

PQ --> Overstaande

PQ = sin 48 x 55 

       = 40,9 cm

       6

2 = ---

       3

6 = 2 x 3

Bereken zijde BC.
Rond af op 1 decimaal

Bereken zijde AB
Rond af op 1 decimaal

Bereken zijde AC
Rond af op 1 decimaal

Aan de slag

Paragraaf 10.3 blz 238

Opdracht 26 t/m 32

Hoe hoog is de vlieger boven het poppetje?
Rond af op 1 decimaal