Na het laatste avondmaal ging Jezus naar de hof van getsemane, een tuin met olijfbomen
Hij bad tot God
Jezus was bang, zweette bloed
Zijn vrienden zouden met hem bidden maar waren in slaap gevallen
Judas verraad Jezus
Petrus verloochend Jezus (zegt 3 keer dat hij Jezus niet kent voordat de haan kraait)
Slide 3 - Slide
Pilatus
Romeinse stadhouder
landvoogd
Slide 4 - Slide
Herodes
Herodes antipas, zoon van Herodes de Grote
Koning van Galilea
Slide 5 - Slide
Annas
Hogepriester
Hoge raad (groep van rechters)
Invloedrijk en belangrijke man onder de Joden
Slide 6 - Slide
Kajafas
Hogepriester
Voorzitter van de hoge raad
Schoonzoon van Annas
Slide 7 - Slide
Rechtszaak
Jezus gaat na zijn gevangenneming naar het huis van de hoge priesters.
Eerst wordt hij verhoord door Annas.
Daarna wordt hij verhoord door Kajafas
Verhoord door de hoge raad
Slide 8 - Slide
Rechtszaak
De hoge raad spreekt het doodvonnis uit over Jezus. Daarna moet de stadhouder, Pilatus dus, het vonnis bevestigen en uitvoeren.
Jezus komt bij Pontius Pilatus. Hij verhoort Jezus maar kan geen schud vinden. Hij verneemt dat Jezus uit Galilea komt en stuurt hem daarom naar Herodes zodat deze hem kan veroordelen.
Hij schuift het van zich af en zadelt Herodes ermee op
Slide 9 - Slide
Rechtszaak
Herodes Antipas verhoort Jezus. Jezus geeft geen antwoord op de vragen. Daarom wordt hij door Herodes bespot en mishandelt.
Herodes stuurt Jezus weer terug naar Pilatus
Slide 10 - Slide
Lukas 23: 13-25
Slide 11 - Slide
Veroordeling van Jezus
Pilatus vind niks aan Jezus wat hem schuldig maakt. Hij zit met zijn handen in het haar.
Het volk is aanwezig bij de rechtszaak
Pilatus mag op deze dag 1 iemand vrij laten. Hij laat het volk kiezen. Of Jezus mag vrij, of een andere gevangene, een moordenaar genaamd Barrabas. Het volk mag kiezen
Pilatus vraagt het volk 3 keer wie ze kiezen, 3 keer antwoord het volk dat Jezus gekruisigd moet worden en Barrabas vrij.
Pilatus doet wat het volk wil. Hij veroordeelt Jezus. Hij vind zichzelf onschuldig, het volk heeft immers gekozen?
Het volk kleedde Jezus uit, gaf Jezus een oude mantel en een doornenkroon. Die duwden ze zo hard op zijn hoofd dat hij bloedde. In zijn hand gaven ze hem een rieten stok. Ze pestten hem, zeiden dat hij een koning van niks was, sloegen hem met stokken op zijn hoofd
Slide 12 - Slide
Jezus
Jezus deed niks tijdens dit hele proces. Hij gaf geen redenen waarom hij onschuldig was. Hij huilde niet, schreeuwde niet toen de mensen hem sloegen.
Jezus zweeg en liet alles gebeuren
Hij wist, dat het moest gebeuren.
Hij had erom gebeden in de tuin van Getsemane. Hij had aanvaard dat de wil van God moest gebeuren.
Hij liet alles gebeuren omdat hij vertrouwde op God, zijn Vader.
Slide 13 - Slide
'Zwijgen wordt vaak als zwakte gezien. Zwijgen kan echter ook het tegendeel uitdrukken - namelijk innerlijke kracht, vertrouwen op God en wijsheid'