Argumentatiestructuren 3

Argumentatiestructuren 3
Welkom V4

Leg je oefenboek, pen en papier op tafel. 
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Argumentatiestructuren 3
Welkom V4

Leg je oefenboek, pen en papier op tafel. 

Slide 1 - Slide

Vandaag:

H 20 Argumentatiestructuren
Je leert hoe je argumentatiestructuren herkent en hoe je de aanvaardbaarheid van argumenten beoordeelt. 
- herhaling argumentatiestructuren
- aanvaardbaarheid van argumenten
- tekst: 'Joaquin Phoenix is de film'

Slide 2 - Slide

1. Wat is een argument?
2. Wat is een tegenargument?
3. Wat is een weerlegging?
4. Wat is een argumentatiestructuur?
5. Welke argumentatiestructuren zijn er?
Beantwoord de vragen eerst in stilte. Schrijf de antwoorden op. 
timer
3:00
timer
1:00

Slide 3 - Slide

Beoordeling argumentatie
Goede argumentatie is:
- aanvaardbaar
- relevant
- consistent
- betrouwbare bronnen
Feitelijke argumenten: waar of niet waar
Waarderende argumenten: aanvaardbaar of niet aanvaardbaar. 
Aanvaardbaarheid: het publiek is bereid mee te gaan in de argumentatie. 

Slide 4 - Slide

Verzwegen argumenten: niet letterlijk uitgesproken, maar wel belangrijk. 

- omdat ze voor iedereen duidelijk zijn
- omdat ze niet voor iedereen aanvaardbaar zijn
The Crown is een saaie serie, want er gebeurt bijna niets in. 

Slide 5 - Slide

Als... dan... uitspraak

Als er niets gebeurt in een serie, dan is de serie saai. 
The Crown is een saaie serie, want er gebeurt bijna niets in. 

Slide 6 - Slide

Maak de opdracht in stilte in je schrift. 
timer
3:00
timer
1:00

Slide 7 - Slide

vertonen
miskend
criticaster
identificeren
toejuichen
toxisch
het doel heiligt de middelen
moreel ambigu
propaganda
Vertaal de woorden of schrijf de betekenis op. 

Klaar? Lees de tekst op blz. 100. 
timer
6:00

Slide 8 - Slide

Lees de tekst: 'Joaquin Phoenix is de film'.

Maak opdracht 15 t/m 21 (blz. 101).

Overleg alleen fluisterend met diegene naast je. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide