H10 Meten Les 4

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
Les 4 meten
1 / 10
next
Slide 1: Slide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
Les 4 meten

Slide 1 - Slide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
Doel van de les:
We herhalen de vorige les.

Je kunt maten in sommen gebruiken.

Slide 2 - Slide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
Hoofdstuk 10 - Meten 

Hoeveel mm zit er in een cm?

Hoeveel cm zit er in een m?

Slide 3 - Slide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
Meter en centimeter 
100 centimeters zijn samen 1 meter.
1 meter is dus 100 centimeter.




Slide 4 - Slide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
Meter en centimeter 
Een meter bestaat uit 100 stukken van 1 centimeter.
1 centimeter is 0,01 meter.

Slide 5 - Slide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
Meter en centimeter 
Wat is de breedte van de baksteen in meter?

De breedte van de baksteen is 7 cm.
1 cm = 0,01 m, dus 7 cm = 0,07 m.
De breedte van de baksteen is 0,07 m.

Slide 6 - Slide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
Je kunt ook rekenen met afmetingen.
Soms moet je meters als centimeters schrijven om iets uit te rekenen.

Piet zaagt een plank in stukken van 20 cm.
In hoeveel stukken zaagt Piet de plank?

Slide 7 - Slide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
Stap 1
Schrijf de lengte in centimeter.
1 m = 100 cm.

Stap 2
Reken uit.

De plank kan in 5 stukken van 20 cm worden gezaagd.
Piet zaagt de plank in 5 stukken.

Slide 8 - Slide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
Je kunt ook rekenen met afmetingen.
Soms moet je meters als centimeters schrijven om iets uit te rekenen.

Piet zaagt een plank in stukken van 25 cm.
In hoeveel stukken zaagt Piet de plank?

Slide 9 - Slide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
10.4 - Kilometer en meter
les 4
Stap 1
Schrijf de lengte in centimeter.
1 m = 100 cm.

Stap 2
Reken uit.

De plank kan in ..... stukken van 25 cm worden gezaagd.
Piet zaagt de plank in.

Slide 10 - Slide