Geschiedenis H4 de Verlichting

Geschiedenis H4 de Verlichting
1 / 28
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quiz, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Geschiedenis H4 de Verlichting

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Grote namen (de verlichte denkers)
Adam Smith - Schots filosoof - The Wealth of Nations. 
Voltaire - Franse schrijver - keerde zich tegen godsdienst.
Immanuel Kant - Duits filosoof - vond dat er te weinig vrijheid was "Durf te denken".
John Locke - Engelse filosoof - mensenrechten; macht krijg je niet van God, maar van het volk!
Montesquieu - Franse edelman - driemachtenleer; wetgevende, uitvoerende, rechterlijke macht
Rousseau - Franse filosoof - de mens is van nature goed

Slide 3 - Slide

Adam Smith 
Schreef The wealth of nations.
Moderne economie: vraag en aanbod bepaalt de markt.
Geen bemoeienis van de overheid.
Kenmerk: rationeel denken + vrijheid= betere wereld

Slide 4 - Slide

Voltaire
God heeft de wereld geschapen, maar bemoeit zich er niet mee. De natuur bepaalt het vervolg op de schepping (natuurwetten)
Geen atheïst maar een deïst. 
Kenmerk: Kritiek op godsdienst en intolerantie

Slide 5 - Slide

Immanuel Kant
Vrijheid is een voorwaarde voor vooruitgang.
Kant vindt dat er te weinig vrijheid is. (geloof, betaal, marcheer!)
Kenmerk: Durf te denken

Slide 6 - Slide

John Locke
Koningen en regeringen krijgen hun macht van de burgers, niet van God.
Deel van de machten van burgers naar de overheid. Overheid zorgt voor veiligheid.
Kenmerk: Mensenrechten; recht op leven, vrijheid en bezit.

Slide 7 - Slide

Montesquieu
Waarschuwt voor gevaar machtsmisbruik bij één heerser.
Kenmerk: scheiding van wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht.

Slide 8 - Slide

Rousseau
De mens is van nature goed. Sociale verhoudingen dienen door prestaties te ontstaan en niet door afkomst.
Kenmerk: volkssoevereiniteit; een volksvergadering neemt besluit (algemene wil)

Slide 9 - Slide

ancien régime
De verlichte denkers wilden veranderingen  > Franse overheid hield vast aan intolerantie, onvrijheid en ongelijkheid (standenmaatschappij). 
Maar de economie groeit, welvaart neemt toe voor adel en koningen worden rijk, de boeren en burgers worden armer vooral door alle belastingen die ze moeten betalen.
Dat kan alleen maar fout gaan ......

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

verlicht absolutisme
absolutisme = één heerser (koning)
Voltaire had al eens kritiek gehad op de Franse maatschappij. Hij wilde meer vrijheid en een andere regering. Voltaire was bevriend met Frederik II de Grote van Pruisen. Hij ging zelfs in Pruisen wonen. Frederik zag zichzelf niet als door God aangesteld maar als 'eerste dienaar van de staat'.

Slide 12 - Slide

Voltaire vond dat het volk niet in staat was tot verstandige besluiten. Het verlicht absolutisme zoals in Pruisen was volgens hem de oplossing.
Het volk in Pruisen had wat meer vrijheden dan in Frankrijk, zoals godsdienstige verdraagzaamheid en een (zeer) beperkte persvrijheid.

Maar ook in Pruisen moesten burgers en boeren veel belasting betalen. De adel was daarvan vrijgesteld. Zij zorgden voor de soldaten die hij nodig had om zijn land sterk te maken (en houden).


Slide 13 - Slide

Nederland
Nederland is een republiek. Stadhouder Willem III overlijdt en heeft geen opvolger. Gevolg: het land is zonder bestuurder en de regenten krijgen steeds meer macht door corruptie. Het volk wordt weer onderdrukt en de bestuurders worden steeds rijker.

Slide 14 - Slide

Nederland
1747: de Fransen vallen de Republiek der Nederlanden binnen, het volk komt in opstand en wil weer een stadhouder. Willem IV wordt stadhouder in alle gewesten. Hij benoemt overal bevriende bestuurders.
Zijn paleis Huis ten Bosch wordt weer een koninklijk paradijs  vol rijkdom. De schulden van de Republiek worden echter steeds groter. Het volk draait weer op voor die schulden en komt in opstand tegen de bestuurders, maar ook tegen de stadhouder.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Revolutie!
Eind 18e eeuw: opstand in Frankrijk, de Republiek der Nederlanden en Noord-Amerika.
Grondwetten worden ingevoerd, alle inwoners worden gelijk (privileges worden afgeschaft) en burgers krijgen invloed op het bestuur.

Slide 17 - Slide

Amerikaanse Revolutie
1763: opstand Britse koloniën in Noord-Amerika. Als ze geen stem in de Britse regering krijgen, betalen ze geen belasting meer.
1775: Onafhankelijkheidsoorlog
4 juli 1776: Onafhankelijkheidsverklaring
1783: Groot Brittannië erkent de Verenigde Staten van Amerika

Slide 18 - Slide

Grondwet
De VS = eerste land met een grondwet
- alle burgers gelijke rechten,
- scheiding van machten
- vastleggen grondrechten.
Dit zijn de ideeën van Locke en Montesquieu! 

Slide 19 - Slide

1781: 'Aan het volk van Nederland'
1786: Opstand! gewapende democraten verjagen stadhouders en bestuurders
1787: Koning van Pruisen helpt Willem V en stuurt zijn leger om democraten te verjagen
1794/95: Patriotten (democraten) krijgen hulp van Franse revolutionaire leger en ropen de Bataafse republiek uit in Nederland
1798: Eerste grondwet in Nederland maar......
1806: Napoleon verovert Nederland en maakt er een monarchie van, zijn broer wordt koning
1810: Nederland wordt Frans gebied
1813: Nederland bevrijd en weer een onafhankelijke monarchie
Bataafse revolutie

Slide 20 - Slide

Franse revolutie
Na oorlog in VS heeft Frankrijk veel schulden (Frankrijk steunde de onafhankelijk van de VS)
- Adel, geestelijken en gegoede burgers moeten belasting gaan betalen, maar weigeren.
- 1789 Staten Generaal (regering) door koning Lodewijk XIV bijeengeroepen. Onenigheid over stemming en burgers roepen zichzelf uit tot Nationale Vergadering.
- Lodewijk XIV stuurt leger naar Parijs en Versailles. Het volk komt in opstand
- 14 juli 1789: Bestorming Bastille = begin Franse revolutie
- kloosters, landhuizen en kastelen worden geplunderd en in brand gestoken

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Franse revolutie
- augustus 1788 Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger
- bezit van kerk wordt verkocht om schulden te betalen
- 1791 Grondwet voor Frankrijk: het land wordt een constitutionele monarchie*
Koning = uitvoerende macht
Wetgevende vergadering (gekozen door 60% vd Franse mannen) = wetgevende macht
Kiesrecht voor: mannen met veel geld ......
* simpel gezegd: een land met een grondwet waar de koning de baas is

Slide 23 - Slide

Franse revolutie
En toen brak de ellende pas echt los ......
- 1792 wantrouwen zorgt voor oorlog met Oostenrijk. Pruisen steunt Oostenrijk
- Leger Oostenrijk & Pruisen wint eerste slag in oorlog
- Onrust in Parijs: koning wordt afgezet en nieuwe verkiezingen
- Honderden edelen en geestelijken worden vermoord op verdenking van steunen van de vijand (vijand = Oostenrijk, Pruisen en de koning)
- september 1792 nieuwe regering verklaart Frankrijk tot republiek, koning wordt ter dood veroordeeld
- na de dood van Lodewijk XIV is Frankrijk in oorlog met Spanje, de Republiek der Nederlanden, Groot Brittannië, Pruisen en Oostenrijk

Slide 24 - Slide

Robespierre & Napoleon
Robespierre = leider van radicale revolutionairen
- 40.000 mensen worden onthoofd wegens verraad aan de revolutie
- 1793: Robespierre wordt zelf gearresteerd en onthoofd
Frankrijk blijft een land van veel chaos en geweld, maar het leger heeft wel succes
- 1799: Generaal Napoleon grijpt de macht
Hij voert veel oorlogen en verovert grote delen van Europa.
- 1812 Nederlaag in Rusland voor Napoleon
- 1815 Napoleon wordt verslagen

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Tijdbalk
1747
Fransen vallen Nederland binnen
1815
Napoleon verslagen
1799
Napoleon grijpt macht in Frankrijk
1789
Franse revolutie
1786
Bataafse revolutie
4 juli 1776
Onafhankelijkheidsverklaring VS
1783
Groot Brittannië erkent de Verenigde Staten van Amerika
1795
Bataafse republiek

Slide 27 - Slide

de verlichte denkers
Adam Smith
Voltaire
Immanuel Kant
John Locke
Montesquieu
Rousseau
De mens is van nature goed
scheiding van machten
recht op leven, vrijheid en bezit
Durf te denken!
kritiek op godsdienst en intolerantie
The wealth of nations

Slide 28 - Drag question