Grammatica woordsoorten - 3H

Voordat we gaan beginnen...
10 minuten lezen uit je leesboek
In stilte!
Leg alvast je huiswerk klaar: opdrachten 1 + 2 (bladzijdes 56 + 57) 
1 / 39
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Voordat we gaan beginnen...
10 minuten lezen uit je leesboek
In stilte!
Leg alvast je huiswerk klaar: opdrachten 1 + 2 (bladzijdes 56 + 57) 

Slide 1 - Slide

Nederlands
Stijlfiguren (Woordenschat H2)
Onbepaald voornaamwoord (Woordsoorten H2)

Slide 2 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
Weet je het nog? (stijlfiguren)

Huiswerk nakijken: opdrachten 1 + 2, bladzijdes 56 +57

Grammatica woordsoorten: uitleg (onbepaald) voornaamwoord

Opdrachten maken

Slide 3 - Slide

Weet je het nog?
Hyperbool
Understatement
Eufemisme

Slide 4 - Slide

Huiswerk nakijken
Opdrachten 1 + 2
Bladzijdes 56 + 57

Slide 5 - Slide

Theorie
Onbepaald voornaamwoord

Slide 6 - Slide

Onbepaald voornaamwoord
Duidt een persoon of een zaak aan, maar geeft niet duidelijk aan wie of wat.

iemand - niemand - men - je - menigeen - het - zoiets - iets - niets - alles - elk(e) - ieder(e) - menig(e) - wat - ene - (een) zekere - (een of) ander(e)

Slide 7 - Slide

Onbepaald voornaamwoord
Drie lastige gevallen:
  1. je is onbepaald als je het kan vervangen voor men
                           Drukke plekken kun je maar beter vermijden.
2. wat is onbepaald als je het kan vervangen voor iets
                          Wil jij ook wat te drinken?
3. het is onbepaald als het weersomstandigheden, tijd of sfeer aangeeft.
                           Het regent, maar gelukkig is het gezellig in huis.

Slide 8 - Slide

Overige voornaamwoorden
Aanwijzend voornaamwoord
Persoonlijk voornaamwoord
Bezittelijk voornaamwoord
Vragend voornaamwoord
Betrekkelijk voornaamwoord

Slide 9 - Slide

Aan de slag!
Opdrachten 1 + 2
Bladzijdes 62 + 63
Fluisteren
Donderdag 8 december
Klaar? Lees verder uit je leesboek of werk verder aan ander huiswerk.
Vergeet niet je fictieopdracht uiterlijk morgen in te leveren!

Slide 10 - Slide

Voordat we gaan beginnen...
10 minuten lezen uit je leesboek
In stilte!
Leg alvast je huiswerk klaar: opdrachten 1 + 2 (bladzijdes 62 + 63) 

Slide 11 - Slide

Nederlands

Onbepaald voornaamwoord

Slide 12 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
Weet je het nog?

Huiswerk nakijken: opdrachten 1 + 2, bladzijdes 62 +63

Herhaling overige woordsoorten

Opdrachten maken

Slide 13 - Slide

Weet je het nog?
Aanwijzend voornaamwoord
Persoonlijk voornaamwoord
Bezittelijk voornaamwoord
Vragend voornaamwoord
Betrekkelijk voornaamwoord
Onbepaald voornaamwoord

Slide 14 - Slide

Huiswerk nakijken
Opdrachten 1 + 2
Bladzijdes 62 + 63

Slide 15 - Slide

Theorie
Overige woordsoorten

Slide 16 - Slide

Overige woordsoorten
Zelfstandig naamwoord (zn)
Lidwoord - bepaald + onbepaald (blw + olw)
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
Voorzetsel (vz)
Bijwoord (bw)
Voegwoord (vgw)

Slide 17 - Slide

Overige woordsoorten
Hulpwerkwoord (hww)
Zelfstandig werkwoord (zww)
Koppelwerkwoord (kww)

Wij hebben afgelopen weekend pakjesavond gevierd.
Gisteren ben ik 15 jaar geworden.

Slide 18 - Slide

Aan de slag!
Opdracht 3
Bladzijde 63
Stil en zelfstandig
Na 10 minuten nakijken
Klaar? Lees verder uit je leesboek of werk verder aan ander huiswerk.

Slide 19 - Slide

Voordat we gaan beginnen...
10 minuten lezen uit je leesboek
In stilte!
Leg alvast je huiswerk klaar: opdracht 3 (bladzijde 63) 

Slide 20 - Slide

Grammatica woordsoorten

Onbepaald voornaamwoord

Slide 21 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
Lezen uit je leesboek

Huiswerk nakijken: opdrachten 3, blz. 63

Herhaling H2

Leren voor je proefwerkweek

Slide 22 - Slide

Huiswerk nakijken
Opdracht 3
Bladzijde 63

Slide 23 - Slide

Herhaling H2

Slide 24 - Slide

Ik heb wel een eeuw op je staan wachten!
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 25 - Quiz

‘Ik doe dat wel even’, zei de man toen hij het brandende huis in rende om zijn kinderen te redden.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 26 - Quiz

Welke woordsoort?
[Wie] zou dat gedaan hebben?

Slide 27 - Open question

Welke woordsoort?
Wie [zou] dat gedaan hebben?

Slide 28 - Open question

Welke woordsoort?
Wie zou [dat] gedaan hebben?

Slide 29 - Open question

Welke woordsoort?
Wie zou dat [gedaan] hebben?

Slide 30 - Open question

Welke woordsoort?
Wie zou dat gedaan [hebben]?

Slide 31 - Open question

In Rome kwamen ze een paar .... tegen.
A
bekende
B
bekenden

Slide 32 - Quiz

Tijdens de verhuizing zijn wat boeken beschadigd, maar de ... zijn nog intact.
A
meeste
B
meesten

Slide 33 - Quiz

Zij zijn de ... die zich niet hebben opgegeven.
A
enige
B
enigen

Slide 34 - Quiz

Voor jonge mensen is skateboarden leuk, voor .... is het gevaarlijk.
A
oudere
B
ouderen

Slide 35 - Quiz

De [aftobben] agent keek met [fronsen] wenkbrauwen naar de [dreigen] houding van de demonstrant.

Slide 36 - Open question

De [bestraffen] jongen [herinneren] zich niets van de [beledigen] opmerkingen die hij naar het hoofd van de de leraar had [slingeren].

Slide 37 - Open question

(vt) De files [veroorzaken] veel ellende op de snelweg en [veranderen] zelfs rustige mensen in [frustreren]
agressievelingen.

Slide 38 - Open question

Leren voor je proefwerkweek

Nederlands --> Links afgelopen maandag + blz. 251

Ander vak

3PAK uitlezen

Slide 39 - Slide