Week 1

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Startklaar 

Welkom klas! In 5 minuten starten we de les!

Jassen uit 

Oortjes in de tas 

Mobiel in de tas 

Schoolspullen op tafel 

Laptop dicht op tafel

Tas van tafel 

Terugblikken periode 1
Wat ging goed?
Wat ga ik anders doen?

les 1

Waar zal de les over gaan vandaag?

Doelen

-Kan uitleggen wat communicatie betekent
- kan de basisvaardigheden benoemen

-het verschil tussen verbale en non-verbale toelichten

Communicatie

Het overbrengen en ontvangen van een boodschap.

*Doel:

• Elkaar iets vragen of vertellen
• Zorgen voor contact tussen organisatie en bezoek/client
• Zorgen voor een goede dienstverlening

Wat is communicatie?

1. Het overdragen van informatie
2. Het uitwisselen van informatie
3. Kunnen zeggen wat je wil
4. Het ontvangen van de informatie

Non-verbale communicatie

Non-verbale communicatie is zonder taal te gebruiken. 

- wat je voelt en wilt, vaak met gedrag (non-verbaal)

• Lichaamshouding
• Oogcontact
• Gezichtsuitdrukking
• Gebaren en mimiek
  
• Beweging
  
• Kleding 

Verbale communicatie 

Communicatie met taal -> met woorden. Dit kan gesproken of geschreven zijn.

Waarom zijn verbale en non-verbale communicatie belangrijk in de zorg?

Basisvaardigheden bij actief luisteren

• Oogcontact 
• Knikken om te laten zien dat je het begrijpt
• Stel vragen om de ander beter te begrijpen
• Tussendoor samenvatten om te controleren of je het goed hebt begrepen
• Vertel niet je eigen verhaal
• Uitpraten

Wat zijn open en gesloten vragen?

Een knipoog is een voorbeeld van

1. verbale communicatie
2. non-verbale communicatie

iemand de hand schudden is een voorbeeld van

1. verbale communicatie
2. non-verbale communicatie

Een e-mail is een voorbeeld van

1. Verbale communicatie
2. non-verbale communicatie

Verbale communicatie

Non-verbale communicatie

Communicatie oefenen

Twee personen zitten rug aan rug

De persoon A heeft een object gekregen

En beschrijft het object aan persoon B

Persoon B moet op basis van deze beschrijving het voorwerp vervolgens proberen te gaan tekenen.

Wissel de rollen om

Nodig: Papier en object

Wandelende stellingen........

Wat? Op verschillende plaatsen ligt een kaart met een stelling. Ga in groepjes bij een stelling staan en voer hierover een gesprek. De docent zet een timer. Zodra de timer afloopt, verplaats je naar een andere stelling. De groepjes moeten wisselen, dus je gaat niet met dezelfde groep naar de volgende stelling.

Hoe? In groepjes van drie, docent zal dit verdelen. 

Eventueel

Boek

Maak 4.4 en 4.5 

Noem twee basisvaardigheden bij actief luisteren

Deeltaak 1 Ontvangst en begroeting

Reader blz  33 tot 35

Klaar? 

Reflectie blz 37

Hoe ging deeltaak 1?

Boek 

Maak blz 143 tot 153

Wat is het verschil tussen verbale en non verbale communicatie?

Flyer activiteit

1. Teams
2. Lesmateriaal

3. Lesmateriaal periode 2
4.Titel: Flyer activiteit

Hoe? groepjes van twee
Klaar? rekenopdracht 3 in Reader

To do list 

- Flyer activiteit afronden

- Rekenopdracht 3 blz 62 

- FACET Minitoets 1  blz 22

 

Begrippen uit deze les
(onthouden leren)

• ...
• ...
• ... 

Maak de zin af
Dit leerde ik tijdens de les .....
Dit ging goed ......
Dit vind ik nog moeilijk.....

Les 2