Voor de rechter les 1

Voor de rechter les 1
1 / 36
next
Slide 1: Slide
BurgerschapKwtPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Voor de rechter les 1

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

De docent stelt de volgende vraag: Waar denk je aan als je deze plaatjes ziet?

De docent legt uit dat de leerlingen zich de komende lessen gaan verdiepen in het onderwerp rechtspraak/rechtstaat. 


Rechtstaat
Een rechtsstaat is een staatsvorm waarin wederzijdse rechten en plichten van burgers en overheid zijn vastgelegd in wetten.

Rechtspraak
Rechtspraak is het officiële toezicht op het handhaven van de wet.
De rechtspraak beschermt rechten en vrijheden.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Rechten

Verzamelnaam voor alle regels die er bestaan. 
In de regels staat wat je wel en wat je niet mag doen.
Plichten

Iets wat je moet doen.

Bijvoorbeeld: belasting betalen.


Slide 4 - Slide

In Nederland zijn er verschillende soorten recht:

Civiel: conflict met iemand anders (burgerlijk)
Bestuurlijk: conflict met de overheid
Straf: 

Deze lessen gaan wij het hebben over het strafrecht in Nederland.
Overtreding

Lichte strafbare feiten

Door rood rijden
Wildplassen
Misdrijf

Zware strafbare feiten


Rijden onder invloed
Diefstal

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Openbaar dronkenschap
A
Misdrijf
B
Overtreding
C
Geen van beide

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Kamperen in het openbaar
A
Misdrijf
B
Overtreding
C
Geen van beide

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Door rood rijden.
A
Misdrijf
B
Overtreding
C
Geen van beide

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Diefstal
A
Misdrijf
B
Overtreding
C
Geen van beide

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Rijden onder invloed.
A
Misdrijf
B
Overtreding
C
Geen van beide

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Drugshandel
A
Misdrijf
B
Overtreding
C
Geen van beide

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Oplichting
A
Misdrijf
B
Overtreding
C
Geen van beide

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Het veroorzaken van geluidsoverlast
A
Misdrijf
B
Overtreding
C
Geen van beide

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Verboden wapenbezit
A
Misdrijf
B
Overtreding
C
Geen van beide

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Je telefoon vasthouden tijdens het fietsen/autorijden.
A
Misdrijf
B
Overtreding
C
Geen van beide

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Brandstichting
A
Misdrijf
B
Overtreding
C
Geen van beide

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Vuurwerk afsteken buiten de toegestane tijden
A
Misdrijf
B
Overtreding
C
Geen van beide

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Straatafval achterlaten in openbare ruimtes.
A
Misdrijf
B
Overtreding
C
Geen van beide

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wetten
Wetten zijn geschreven regels die in het wetboek staan. Het niet houden aan de wet is strafbaar.

Gedragsregels 
Beschrijven de manier waarop je je zou moeten gedragen in een openbare ruimte.

Kunnen opgeschreven zijn, maar dat is niet altijd het geval.

Slide 19 - Slide

Thuis gelden bijvoorbeeld andere regels dan op school en op je werk.
--> aanpassen aan de regels die gelden waar jij op dat moment bent.

--> Schoolregels.
--> Klassenregels.
--> Regels op het werk.
Waar gelden gedragsregels?

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Noem een gedragsregel die jij kent.

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Opdracht
Gedragsverwachtingen
Bekijk alle gedragsverwachtingen.
Welke vind jij dat moet blijven of welke moet weg en waarom?
Maak een selectie van de 10 belangrijkste. Waarom vind jij dit?

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Geschreven regels
Bijvoorbeeld wetten
Regels die op papier staan --> wetboek, contract
Bij overtreding krijg je een straf en/of word je opgepakt.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Ongeschreven regels
Gedragsregels
Bij overtreding word je niet opgepakt en krijg je vanuit de wet geen straf opgelegd.
Het niet houden aan gedragsregels noemt men ook wel asociaal gedrag.


Slide 24 - Slide

Niet altijd alle regels zijn opgeschreven, dit wilt niet zeggen dat je dan zomaar alles mag doen. Hier gelden gedragsregels.

Soms is iets een ongeschreven regel, maar als het in een bepaalde omgeving (in de klas bijvoorbeeld) niet goed gaat, kan de regel alsnog opgeschreven worden om het duidelijker te maken.

Waarom is het belangrijk om sommige regels op te schrijven?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Iedereen die deelneemt aan het verkeer moet zich aan de verkeersregels houden.
A
Geschreven regel
B
Ongeschreven regel

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Onder de 18 mag je geen alcohol drinken.
A
Geschreven regel
B
Ongeschreven regel

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Je moet opstaan en je plaats aanbieden aan een mindervalide in de tram, bus of trein.
A
Geschreven regel
B
Ongeschreven regel

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Voordringen aan de kassa
A
Geschreven regel
B
Ongeschreven regel

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

De deur open houden voor iemand die vlak achter je loopt.
A
Geschreven regel
B
Ongeschreven regel

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Bij een rood stoplicht moet je stoppen.
A
Geschreven regel
B
Ongeschreven regel

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Leg dingen terug waar je ze ook hebt gevonden.
A
Geschreven regel
B
Ongeschreven regel

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Je tas van een lege stoel halen in de trein als het druk is.
A
Geschreven regel
B
Ongeschreven regel

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Jezelf ziek melden voordat school/werk begint.
A
Geschreven regel
B
Ongeschreven regel

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

  • Wetten zijn geschreven regels die in het wetboek staan, het niet houden aan de wet is strafbaar.
  • Gedragsregels beschrijven de manier waarop je je zou moeten gedragen in een openbare ruimte.
  • Geschreven regels zijn regels die op papier, zoals wetten.
  • Ongeschreven regels staan niet opgeschreven, zoals bijvoorbeeld gedragsregels.
Om te onthouden

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

  • Een rechtsstaat is een staatsvorm waarin wederzijdse rechten en plichten van burgers en overheid zijn vastgelegd in wetten.
  • Rechtspraak is het officiële toezicht op het handhaven van de wet.
  • Rechten is een verzamelnaam voor alle regels die er bestaan. In die regels staat wat je wel en niet mag doen.
  • Plichten zijn dingen die je moet doen, bijvoorbeeld belasting betalen.
  • Je krijgt te maken met strafrecht als je wordt verdacht van een overtreding of misdrijf.
  • Een overtreding is een licht strafbaar feit, een misdrijf is een zwaar strafbaar feit.
  • Misdrijven en/of overtredingen worden geregistreerd op je strafblad.
Om te onthouden

Slide 36 - Slide

This item has no instructions