Herhaling - klas 4

Programma
  • 5 min binnenkomen, absentie, leerdoel
  • 15 min herhaling hst 1
  • 10 min spelvorm oefenen hst 1
  • 15 min uitleg hst 2
  • 15 min maken en nakijken samenvatting hst 2
  • 10 min hst 3 video migratie

1 / 51
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

Items in this lesson

Programma
  • 5 min binnenkomen, absentie, leerdoel
  • 15 min herhaling hst 1
  • 10 min spelvorm oefenen hst 1
  • 15 min uitleg hst 2
  • 15 min maken en nakijken samenvatting hst 2
  • 10 min hst 3 video migratie

Slide 1 - Slide

Pluriforme samenleving
Herhaling Klas 4

Leerdoel: de leerling kan aan het einde van de les het merendeel van de begrippen van hst 1 benoemen en uitleggen.

Slide 2 - Slide

Cultuur

Slide 3 - Slide

Cultuur
Als een groep mensen dezelfde waarden, normen en gewoonten heeft

Dominante cultuur:
Cultuur die bij een heel land hoort

Slide 4 - Slide

Subcultuur
Cultuur van een kleine groep mensen

Slide 5 - Slide

Socialisatie: Het aanleren van de cultuurkenmerken van een samenleving of groep

Door wie?  Je ouders, docenten, vrienden, je werk, school....

Slide 6 - Slide

Socialiserende instituties
Socialiserende instituties zijn de mensen of instellingen die ervoor zorgen dat jij socialiseert b.v. sportclub, kerk, school, vriendengroep.

Slide 7 - Slide

Eigenschappen zijn aangeboren of aangeleerd.

Je ......... is vooral aangeleerd

Welk woord of welke woorden, kan je hier invullen?
A
Technisch inzicht
B
Muzieksmaak
C
Taalgevoel
D
Voetbaltalent

Slide 8 - Quiz



Socialisatie betekent dat mensen:
A
Kenmerken van een groep aanleren
B
Allemaal dezelfde normen en waarden aanleren
C
Verschillende culturen leren kennen
D
Alle aangeboren eigenschappen afleren

Slide 9 - Quiz



Vanaf welke leeftijd begint socialisatie?
A
Vanaf 18 jaar, want dan ben je meerderjarig
B
Vanaf vier jaar, want dan ga je naar school.
C
Vanaf de geboorte
D
Vanaf het moment dat een kind kan praten en anderen verstaat.

Slide 10 - Quiz

Identiteit
Persoonlijke identiteit = IK 
Jouw identiteit is de persoon die jij bent, dit wordt grotendeels bepaald door: 
  • Socialisatie (opvoeding; hoe je je volgens je cultuur hoort te gedragen)
  • Internalisatie (je gedraagt je automatisch zo door aangeleerde waarden en normen)
  • Identificatie (je wil op iemand of een bepaalde groep lijken)
  • Karakter en ervaringen


Slide 11 - Slide

Persoonlijke identiteit

Je persoonlijke identiteit bestaat dus uit de dingen die je hebt geleerd,
de dingen die je bewust en onbewust hebt overgenomen, je ervaringen en je aangeboren eigenschappen. 

Je bent dus uniek.


Groepsidentificatie

Veel mensen voelen zich ook bij een groep horen. (Friezen, vmbo'ers, Cambuur...)
Zij hebben dezelfde kenmerken of gewoonten.



Saamhorigheid/wij-gevoel: ergens bij horen
Wij en zij: Door 'wij' sluit je anderen uit. 
Meerdere groepen: Soms botst dat.
Kun je een voorbeeld bedenken?



Slide 12 - Slide

Spelletje hst 1.

Slide 13 - Slide

1
Een samenleving van mensen met verschillende culturen en leefstijlen
hst 2. Pluriforme samenleving
(multiculturele samenleving of
multi-etnische samenleving)
=
een samenleving van mensen met verschillende culturen en leefstijlen

Pluriform = veelvormig / veelkleurig

Slide 14 - Slide

Artikel 1 grondwet 
(gelijkheidsbeginsel)
Iedereen is voor de wet gelijk, het is verboden om anderen te discrimineren vanwege huidskleur, geloof, levensovertuiging, sekse, politieke mening of om elke reden dan ook.

Artikel 6 = godsdienstvrijheid
Artikel 7 = vrijheid van meningsuiting

Slide 15 - Slide

Tolerantie
Dat je accepteert dat (groepen) mensen anders leven dan jij en dat zij andere opvattingen (meningen) hebben.

Slide 16 - Slide

De vier kenmerken van een pluriforme samenleving zijn:

1. Verschillende geloven

2. Verschillende gewoonten

3. Verschillende waarden en normen

4. Geen gezamenlijke geschiedenis (KADER)


Nederland groeit doordat migranten grotere gezinnen hebben en er komen steeds meer migranten naar ons land.

Slide 17 - Slide

Maak de samenvatting hst 2 
De in te vullen woorden zijn:

leefstijlen en gewoonten
tolerant
geschiedenis
culturele
invalshoeken
geloofsrichtingen

grondwet
politiek
meer kinderen
botsingen
timer
10:00

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Hst 3 migratie naar Nederland

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Programma
  • 5 min binnenkomen, absentie en leerdoel
  • 5 min video ter Apel
  • 10 min uitleg waarom mensen migreren (verhuizen)
  •   15 min maken begrippen + samenvatting hst 3
  • 10 min nabespreken opdracht
  • 5 min terugkoppeling

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Verschillende motieven 
Economische motieven, werk
Sociale motieven, familie
Politieke motieven, oorlog

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Maken begrippenlijst + samenvatting hst 3. Gebruik deze woorden in de samenvatting:
  • oorlog
  • politieke
  • onveilig
  • gevaarlijk
  • bescherming
  • armoede
  • vluchteling
  • arm
  • Persoonlijke
  • buitenland
  • Nederland
  • gezinshereniging
En deze omschrijvingen bij de begrippen:
  • bescherming in een ander land
  • het verhuizen van de ene naar de andere plek
  • je gezin laat overkomen uit een ander land om hier te gaan wonen.
  • iemand die vertrekt uit een land
  • je trouwt met iemand uit het buitenland en hem of haar naar Nederland laat komen.
  • iemand die in een land komt wonen van uit een ander land.
  • iemand die zijn land verlaat omdat het daar te gevaarlijk is
  • iemand die zijn land verlaat omdat hij arm is.




timer
15:00

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Hst 4+5. Integratie en discriminatie 

Slide 32 - Slide

Vooroordeel en Stereotypen
Vooroordeel: oordeel over iets/iemand, maar niet op basis van feiten.
Stereotypen: vooroordeel over een hele groep mensen. 

Slide 33 - Slide

Vooroordelen
'Dat wijf is echt dom.'

'Wat een homo.'

'Dat kind is echt vet arrogant.'

Slide 34 - Slide

stereotypen

Een vooroordeel over een hele groep.

Slide 35 - Slide

Discriminatie
Discriminatie: persoon anders 
behandelen op basis van kenmerken 
die niet belangrijk zijn voor die situatie
Nationaliteit, sekse, geloof, uiterlijk, 
seksuele voorkeur, huidskleur(racisme) 

Slide 36 - Slide

Discriminatie strafbaar 
Artikel 1 
Grondwet 

Slide 37 - Slide

Racisme
Racisme: discriminatie 
op basis van huidskleur
(zwart,bruin,rood,geel,
wit) 

Slide 38 - Slide

Oorzaken van Discriminatie
Bij het ontstaan van discriminatie kunnen de volgende dingen een rol spelen: 
  • Mensen zoeken een zondebok: "Polen pakken onze banen af" 

  • Het is prettig om bij een groep te horen en jezelf beter te vinden.

  • Soms speelt angst een rol: mensen zijn bang voor alles wat vreemd, anders of onbekend is.

Slide 39 - Slide

Ervaringen
Wat kunnen we er tegen doen?

Slide 40 - Slide

Vooroordeel is een oordeel over iets/iemand niet gebaseerd op feiten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 41 - Quiz

Stereotype is een vooroordeel over een hele groep mensen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 42 - Quiz

Discriminatie is mensen anders behandelen op basis van kenmerken die niet belangrijk zijn
A
Onjuist
B
Juist

Slide 43 - Quiz

Racisme is discriminatie op basis van huidskleur
A
Juist
B
Onjuist

Slide 44 - Quiz

Waarom is de maatschappelijke positie bij allochtonen soms lager?
- Taalachterstand: Ze kunnen minder goed Nederlands.
- Opleiding ouders: Ouders kunnen minder goed helpen.
- Discriminatie: Door vooroordelen krijgen ze geen werk.
- Wonen: Ze wonen vaker in slechtere huizen: maakt leren moeilijker.

Slide 45 - Slide

Samenleven

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Video

Samenleven
  • Integratie = het deels aanpassen aan de cultuur waarin jij terecht kom met behoud van een deel van jouw eigen cultuur
  • Segregatie = het totaal NIET aanpassen aan de cultuur waarin jij terecht komt en alleen maar volgens jouw eigen cultuur leven.
  • Assimilatie = helemaal aanpassen aan de cultuur waarin jij terecht kom en jouw eigen cultuur los laten.

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Video

Leer strategie flitskaarten
  • Maak 5 groepjes van 3 leerlingen
  • knip het eerste  blad netjes uit
  • gooi alles door elkaar
  • probeer de juiste woorden en begrippen bij elkaar te vinden
  • klaar met blad 1 vraag blad 2/3/4/5/6/7/8
  • wedstrijd element
  • tijd over Blooket SO maken

Slide 50 - Slide

Slide 51 - Video