- Kan nooit alleen in de zin voorkomen.
- Weglaatbaar in de zin wanneer de zin zo kort mogelijk wordt gemaakt.
- Zegt vaak iets over het moment of de manier waarop iets gebeurt.
-Is vaak een vorm van zullen, worden, kunnen, lijken, moeten, hebben, mogen, blijken, laten.
Hij zal morgen zijn verjaardag vieren.
Het konijn heeft zijn voer opgegeten.