Leesvaardigheid Les 37

Woensdag 25 september
Lezen in Girl 6 blz. 42

Uitleg betrouwbaarheid bronnen

oefenen in LessonUp

Aantekening

Opdracht 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Woensdag 25 september
Lezen in Girl 6 blz. 42

Uitleg betrouwbaarheid bronnen

oefenen in LessonUp

Aantekening

Opdracht 

Slide 1 - Slide

Doel van de les
  • Je weet dat er betrouwbare en onbetrouwbare online berichten zijn.
  • Je kunt betrouwbare en onbetrouwbare online berichten op internet herkennen aan de bron en de informatie.
  • Je kunt uitleggen waarom online berichten betrouwbaar of onbetrouwbaar zijn.
  • Je kunt zelf betrouwbare online berichten vinden als je die nodig hebt.

Slide 2 - Slide

Hoe herken jij een betrouwbare bron?

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Een tekst met als titel "Red Bull is goed voor je". Geschreven door de directeur van Red Bull. Betrouwbaar of niet?
A
Betrouwbaar
B
Onbetrouwbaar

Slide 9 - Quiz

Een tekst over een griepepidemie geschreven door een arts. Betrouwbaar of niet?
A
Betrouwbaar
B
Onbetrouwbaar

Slide 10 - Quiz

Een tekst over betalen met een pinpas geschreven in 1999. Betrouwbaar of niet?
A
Betrouwbaar
B
Onbetrouwbaar

Slide 11 - Quiz

Welke bronnen zijn betrouwbaar? Zet de bronnen in de juiste categorie.
Niet betrouwbaar
Betrouwbaar
Soms betrouwbaar, soms niet
www.broodjeaap.nl
NRC (een krant)
een tekst op Facebook
Quest (tijdschrift)
www.nos.nl
Privé (tijdschrift)

Slide 12 - Drag question

Je wil een nieuwe telefoon kopen, maar je twijfelt tussen een Samsung en een iPhone. Waar vind je betrouwbare informatie en waar niet?
BETROUWBAAR
NIET BETROUWBAAR

Slide 13 - Drag question

Welke informatiebronnen vind jij meer en minder betrouwbaar?
Betrouwbaar
Minder betrouwbaar

Slide 14 - Drag question

Aantekening betrouwbaarheid
Beoordeel de bron:
  • Wie is de schrijver
  • Wat is het doel van de schrijver
  • Wat zeggen andere bronnen 
  • Op welke website staat het

Beoordeel de informatie
  • actueel of verouderd?
  • feiten of meningen
  • kritische houding

Slide 15 - Slide

Aan de slag
We lezen de uitgedeelde teksten


Welke meningen kom je tegen in de tekst?
Wat zijn de argumenten die gegeven worden?
Met wie ben je het eens en waarom?


Slide 16 - Slide