This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat is de naam van het tijdvak (16e eeuw)?
A
Tijd van ontdekkers en expansie
B
Tijd van ontdekkers en reformatie
C
Tijd van renaissance en hervormers
D
Tijd van ontdekkers en hervormers
Slide 2 - Quiz
Slide 3 - Drag question
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Handelskapitalisme: een systeem waarbij de kooplieden hun winst meteen weer investeren in de uitbreiding van de internationale handel
Slide 6 - Slide
factorijen
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Wat is een factorij?
A
Versterkte handelsnederzetting
B
Plantage kolonie
C
Kazerne voor VOC militairen
D
Fabriek voor zijde
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
KA: Het begin van de Europese overzeese expansie
Slide 12 - Mind map
Een oorzaak van de ontdekkingsreizen was
A
het bewijs van Columbus dat de aarde rond is
B
de Portugese wens om een koloniaal rijk te stichten
C
de val van Constantinopel, 1453
D
de hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
0
Slide 19 - Video
Waardoor kwamen de Italiaanse stadstaten tot bloei vanaf de tweede helft van de middeleeuwen?
A
Door de vrijheid in de stad trokken er veel horigen naar de steden
B
De veiligheid in de Italiaanse stadstaten trok veel mensen aan, onder wie handelaren
C
Vanwege de centrale ligging, wat goed was voor de handel
D
De kleine stadstaten werden zeer efficiënt bestuurd
Slide 20 - Quiz
De Renaissance markeert een overgang van de middeleeuwen naar de (vroeg)moderne tijd. De volgende vier groepen veranderingen worden in de video besproken:
A
kunst, literatuur, geneeskunde, astronomie
B
kunst, astronomie, godsdienst, geneeskunde
C
kunst, geneeskunde, astronomie, handel
D
kunst, literatuur, bouwkunst, astronomie
Slide 21 - Quiz
De volgende begrippen passen bij de renaissance:
A
memento mori
B
carpe diem
C
homo universalis
D
Vesalius
Slide 22 - Quiz
De val van Constantinopel (1453) had o.a. de volgende gevolgen:
A
De Europeanen gingen een eigen zeeroute naar Azië zoeken
B
Er kwam een einde aan het West-Romeinse Rijk
C
De verovering van Constantinopel door de Turken maakte definitief een einde aan de Europese kruistochten
D
Veel geleerden vluchtten naar Italië en gaven een impuls aan de renaissance / het humanisme
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Noem de eerste drie kenmerkende aspecten van tijdvak 5
Slide 28 - Open question
Wat is "reformatie"?
A
hervormen
B
refreshen
C
vernieuwen
D
verbeteren
Slide 29 - Quiz
Welk woord moet weg?
A
reformatie
B
contrareformatie
C
renaissance
D
protestantisme
Slide 30 - Quiz
Slide 31 - Video
Welke misstanden in de kerk zie je in het filmfragment?
Slide 32 - Mind map
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Video
Luther vond de Katholieke kerk ...
A
Super leuk
B
Ziek
C
Te machtig
D
Luther geloofde niet in god
Slide 36 - Quiz
Luther geloofde dat je alleen in de hemel kon komen door...
A
te luisteren naar de geestelijken
B
een aflaat te kopen
C
je eigen keuzes te maken
D
oprecht geloof gebaseerd op de bijbel
Slide 37 - Quiz
De opbrengsten van de aflatenhandel werd gebruikt voor de bouw van de Sint Pieter in Rome
A
Juist
B
Onjuist
Slide 38 - Quiz
Welke twee zinnen zijn juist?
timer
0:10
A
Erasmus' kritiek was vergelijkbaar met Luther
B
Luther vertaalde de bijbel in het Nederlands
C
Een ander woord voor hervorming is Renaissance
D
Zonder boekdrukkunst had Luther veel minder aanhangers gehad
Slide 39 - Quiz
Slide 40 - Slide
Slide 41 - Slide
Wie is wie?
A
Luther, Calvijn, Erasmus
B
Calvijn, Erasmus, Luther
C
Calvijn, Luther, Erasmus
D
Erasmus, Calvijn, Luther
Slide 42 - Quiz
Zelf de Bijbel bestuderen
A
Erasmus
B
Luther
C
Calvijn
D
allemaal
Slide 43 - Quiz
Predestinatie hoort bij ...
A
Luther
B
Calvijn
Slide 44 - Quiz
Slide 45 - Slide
Ontdekkingsreizen
Renaissance
Geloof
Reformatie
Klassieke erfgoed
Europese expansie
Conquistadores
Cartografie
Cuius regio, eius religio
carpe diem
De mens centraal
Aflaat
Slide 46 - Drag question
Slide 47 - Slide
Slide 48 - Slide
Protestantse kerk of Katholieke kerk?
Verering van heiligen
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk
Slide 49 - Quiz
Protestantse kerk of Katholieke kerk?
Verering van relieken
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk
Slide 50 - Quiz
Welke van de stellingen is juist?
1 Toen Luther zijn stellingen bedacht wilde hij een nieuwe kerk beginnen. 2 De Paus wilde wel met Luther praten over zijn ideeën.