…de belangrijkste kenmerken van chordadieren identificeren, waaronder de chorda, het dorsale, holle zenuwkoord, faryngale bogen en spleten, en de gespierde staart.
…de kenmerken van verschillende soorten aquatische vertebraten vergelijken, zoals slijmprikken en lampreien.
… de overgang van kraakbeen naar been in de evolutie van vertebraten begrijpen en de rol van de zwemblaas.
… begrijpen wat tetrapoden zijn en identificeer je hun belangrijkste kenmerken, zoals ledematen met tenen en een apart hoofd met een nek.
… Onderscheid maken tussen reptielen en zoogdieren binnen de groep van amnioten en de gemeenschappelijke kenmerken van reptielen beschrijven, zoals de huid met keratine en de voortplanting op het land.
… onderscheid maken tussen de drie grote lijnen van zoogdieren: cloacadieren, buideldieren en placentadieren, en de voortplantingsstrategieën en kenmerken van elke groep identificeren.
Slide 3 - Slide
Voorkennis activeren
W: werkblad 1: fylogenetischeboom
H: zelfstandig (ook zonder boek of internet)
H: buurman, buurvrouw of buurmens
T: 5 min
U: een ingevulde fylogenetischeboom van de gewervelden
K: rustig wachten tot de tijd om is
Slide 4 - Slide
Notochord
Gewervelde
kwastvinnigen
Ei met vlies
Urochordata
Dipnoi
Mammalia
Slide 5 - Slide
Instructie
H34: gewervelden
Slide 6 - Slide
Hoofdstuk 34.1
Aan het einde van deze les kun je de belangrijkste kenmerken van chordadieren identificeren, waaronder de chorda, het dorsale, holle zenuwkoord, faryngale bogen en spleten, en de gespierde staart.
Slide 7 - Slide
Memoriespel (34.1)
W: Memoriespel
H: In groepjes van 4 (zelf samenstellen)
H: Je groepsgenoten
T: 10 min
U: de belangrijkste kenmerken van chordadieren op een rijtje
K: Het spel opnieuw doen of wachten tot iedereen klaar is
Slide 8 - Slide
Hoofdstuk 34.2
Aan het eind van deze les kun je de kenmerken van verschillende soorten aquatische vertebraten vergelijken, zoals slijmprikken en lampreien.
Slide 9 - Slide
Vertebraten
Cambrische periode: chordadieren --> vertebraten
Specialiseren in jagen
Slide 10 - Slide
Vertebraten
schedel en wervelkolom
hogere orde --> beter ontwikkeld ruggenmerg
Aquatische dieren --> botstructuren die vinnen ondersteunen
Slide 11 - Slide
Slijmprikken (myxini) en lampreien (petromyzontida)
enige vertebraten zonder zonder kaken
geen ruggengraat (rudimentair orgaan)
slijmprikken en lampreien --> cyclostomen
Slide 12 - Slide
Slijmprikken
Hebben een verkleinde schedel en bestaat uit kraakbeen in plaats van been
Hebben een klein brein, oren, ogen en een nasale opening die gelinkt is aan de keelholte. De mondholte bevatten de voorlopers van tanden
Worden tot 60 cm lang
Slijmprikken hebben klieren op de huid die een grote hoeveelheid slijm kunnen produceren wanneer de slijmprik aangevallen wordt. Dit slijm gaat in de kieuwen zitten van de predator.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Lampreien
Leven als parasieten. Ze bijten zich vast aan levende vissen en zuigt met de mond en tong bloed uit de vis
Skelet van lampreien bestaat uit kraakbeen die geen collageen bevat
De larven van lampreien leven in zoetwaterstromen en leven daar vooral onder het sediment. Als ze volwassen worden kunnen ze zich verplaatsen.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Hoofdstuk 34.3
Aan het einde van deze les kun je de overgang van kraakbeen naar been in de evolutie van vertebraten begrijpen en de rol van de zwemblaas.
Slide 17 - Slide
Hoofdstuk 34.3
Ghnasthostomes
Slide 18 - Slide
Hoofdstuk 34.3
Fossielenbestand
--> 440 miljoen jaar geleden
--> Placodorm
Slide 19 - Slide
Hoofdstuk 34.3
Clade Osteichthyes
--> Verbeend endoskelet
--> Zwemblaas
Slide 20 - Slide
Hoofdstuk 34.4
Aan het eind van de les kun je: begrijpen wat tetrapoten zijn en identificeer je hun belangrijkste kenmerken, zoals ledematen met tenen en een apart hoofd met een nek.
Slide 21 - Slide
Hoofdstuk 34.4
Gnathostomen met ledematen --> tetrapoten
De eerste land bewoners
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Kenmerken tetrapoten
Ledematen met tenen
Het hoofd werd een apart onderdeel van het lichaam en verbonden aan de rest van het
lichaam met een nek.
De botten waar de achterpoten aan vast zitten, zijn gehecht aan de wervelkolom.
Met enkele uitzonderingen hebben de tetrapoten geen kieuwen. De botten die de kieuwen ondersteunen bij andere vertebraten, worden bij tetrapoten delen van het binnenoor.
Slide 25 - Slide
Amfibieën
Tetrapoten
Drie clades: salamanders, kikkers en wormsalamanders
Metamorfose
Bevruchting buiten het lichaam, geen schaal
Slide 26 - Slide
Hoofdstuk 34.5
Aan het eind van deze les kun je onderscheid maken tussen reptielen en zoogdieren binnen de groep van amnioten en de gemeenschappelijke kenmerken van reptielen beschrijven, zoals de huid met keratine en de voortplanting op het land.
Slide 27 - Slide
Hoofdstuk 34.5
Amnioten
--> Reptillia en Zoogdieren
Amniotisch ei
--> Het amnion
--> Het chorion
--> De dooierzak
--> De Allantois
Slide 28 - Slide
Hoofdstuk 34.5
• Zoogdieren als amnioten
Slide 29 - Slide
Hoofdstuk 34.6
Aan het eind van deze les kun je onderscheid maken tussen de drie grote lijnen van zoogdieren: cloacadieren, buideldieren en placentadieren, en de voortplantingsstrategieën en kenmerken van elke groep identificeren.
Slide 30 - Slide
Classificatiespel (34.6)
W: Classificatiespel
H: Met de hele klas
H: Je klasgenoten
T: 10 min
U: De belangrijkste verschillen tussen zoogdieren op een rijtje
K: Wachten tot het spel afgelopen is
Slide 31 - Slide
Leerdoelen:
Aan het einde van deze les kun je:
…de belangrijkste kenmerken van chordadieren identificeren, waaronder de chorda, het dorsale, holle zenuwkoord, faryngale bogen en spleten, en de gespierde staart.
…de kenmerken van verschillende soorten aquatische vertebraten vergelijken, zoals slijmprikken en lampreien.
… de overgang van kraakbeen naar been in de evolutie van vertebraten begrijpen en de rol van de zwemblaas.
… begrijpen wat tetrapoden zijn en identificeer je hun belangrijkste kenmerken, zoals ledematen met tenen en een apart hoofd met een nek.
… Onderscheid maken tussen reptielen en zoogdieren binnen de groep van amnioten en de gemeenschappelijke kenmerken van reptielen beschrijven, zoals de huid met keratine en de voortplanting op het land.
… onderscheid maken tussen de drie grote lijnen van zoogdieren: cloacadieren, buideldieren en placentadieren, en de voortplantingsstrategieën en kenmerken van elke groep identificeren.
Slide 32 - Slide
Afsluiting
W: Leerdoelen toetsen/evaluatie
H: Exit ticket invullen + feedback
H: Zelfstandig
T: 5 min
U: Toetsing van de leerdoelen en evaluatie miniles