H34: Gewervelden

H34: Gewervelden
1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieHBOStudiejaar 2

This lesson contains 33 slides, with text slides.

Items in this lesson

H34: Gewervelden

Slide 1 - Slide

Planning van vandaag 
  1. Introductie opdracht 
  2. Instructie 
  3. Afsluitende opdracht  

Slide 2 - Slide

Leerdoelen:
Aan het einde van deze les kun je:

  1.  …de belangrijkste kenmerken van chordadieren identificeren, waaronder de chorda, het dorsale, holle zenuwkoord, faryngale bogen en spleten, en de gespierde staart.
  2.  …de kenmerken van verschillende soorten aquatische vertebraten vergelijken, zoals slijmprikken en lampreien.
  3. … de overgang van kraakbeen naar been in de evolutie van vertebraten begrijpen en de rol van de zwemblaas.
  4. … begrijpen wat tetrapoden zijn en identificeer je hun belangrijkste kenmerken, zoals ledematen met tenen en een apart hoofd met een nek.
  5. … Onderscheid maken tussen reptielen en zoogdieren binnen de groep van amnioten en de gemeenschappelijke kenmerken van reptielen beschrijven, zoals de huid met keratine en de voortplanting op het land.
  6. … onderscheid maken tussen de drie grote lijnen van zoogdieren: cloacadieren, buideldieren en placentadieren, en de voortplantingsstrategieën en kenmerken van elke groep identificeren.

Slide 3 - Slide

Voorkennis activeren 
  1. W: werkblad 1: fylogenetischeboom 
  2. H: zelfstandig (ook zonder boek of internet)
  3. H: buurman, buurvrouw of buurmens 
  4. T: 5 min
  5. U: een ingevulde fylogenetischeboom van de gewervelden
  6. K: rustig wachten tot de tijd om is 

Slide 4 - Slide

  1. Notochord
  2. Gewervelde 
  3. kwastvinnigen 
  4. Ei met vlies 
  5. Urochordata 
  6. Dipnoi
  7. Mammalia  

Slide 5 - Slide

Instructie 

H34: gewervelden

Slide 6 - Slide

Hoofdstuk 34.1
Aan het einde van deze les kun je de belangrijkste kenmerken van chordadieren identificeren, waaronder de chorda, het dorsale, holle zenuwkoord, faryngale bogen en spleten, en de gespierde staart.

Slide 7 - Slide

Memoriespel (34.1)
  1. W: Memoriespel 
  2. H: In groepjes van 4 (zelf samenstellen)
  3. H: Je groepsgenoten 
  4. T: 10 min
  5. U: de belangrijkste kenmerken van chordadieren op een rijtje 
  6. K: Het spel opnieuw doen of wachten tot iedereen klaar is

Slide 8 - Slide

Hoofdstuk 34.2
  • Aan het eind van deze les kun je de kenmerken van verschillende soorten aquatische vertebraten vergelijken, zoals slijmprikken en lampreien.

Slide 9 - Slide

Vertebraten
  • Cambrische periode: chordadieren --> vertebraten
  • Specialiseren in jagen 

Slide 10 - Slide

Vertebraten
  • schedel en wervelkolom 
  • hogere orde --> beter ontwikkeld ruggenmerg 
  • Aquatische dieren --> botstructuren die vinnen ondersteunen

Slide 11 - Slide

Slijmprikken (myxini) en lampreien (petromyzontida)
  • enige vertebraten zonder zonder kaken
  • geen ruggengraat (rudimentair orgaan)
  • slijmprikken en lampreien --> cyclostomen 

Slide 12 - Slide

Slijmprikken
  • Hebben een verkleinde schedel en bestaat uit kraakbeen in plaats van been 
  • Hebben een klein brein, oren, ogen en een nasale opening die gelinkt is aan de keelholte. De mondholte bevatten de voorlopers van tanden 
  • Worden tot 60 cm lang  
  • Slijmprikken hebben klieren op de huid die een grote hoeveelheid slijm kunnen produceren wanneer de slijmprik aangevallen wordt. Dit slijm gaat in de kieuwen zitten van de predator. 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Lampreien
  • Leven als parasieten. Ze bijten zich vast aan levende vissen en zuigt met de mond en tong bloed uit de vis 

  • Skelet van lampreien bestaat uit kraakbeen die geen collageen bevat 
  • De larven van lampreien leven in zoetwaterstromen en leven daar vooral onder het sediment. Als ze volwassen worden kunnen ze zich verplaatsen.        

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Hoofdstuk 34.3
Aan het einde van deze les kun je de overgang van kraakbeen naar been in de evolutie van vertebraten begrijpen en de rol van de zwemblaas.

Slide 17 - Slide

Hoofdstuk 34.3
  • Ghnasthostomes


Slide 18 - Slide

Hoofdstuk 34.3
  • Fossielenbestand
  • --> 440 miljoen jaar geleden
  • --> Placodorm

Slide 19 - Slide

Hoofdstuk 34.3
  • Clade Osteichthyes
  • --> Verbeend endoskelet
  • --> Zwemblaas


Slide 20 - Slide

Hoofdstuk 34.4
Aan het eind van de les kun je: begrijpen wat tetrapoten zijn en identificeer je hun belangrijkste kenmerken, zoals ledematen met tenen en een apart hoofd met een nek.

Slide 21 - Slide

Hoofdstuk 34.4
  • Gnathostomen met ledematen --> tetrapoten 
  • De eerste land bewoners

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Kenmerken tetrapoten
  • Ledematen met tenen 

  • Het hoofd werd een apart onderdeel van het lichaam en verbonden aan de rest van het 

  • lichaam met een nek. 

  • De botten waar de achterpoten aan vast zitten, zijn gehecht aan de wervelkolom. 

  • Met enkele uitzonderingen hebben de tetrapoten geen kieuwen. De botten die de kieuwen ondersteunen bij andere vertebraten, worden bij tetrapoten delen van het binnenoor.



     

Slide 25 - Slide

Amfibieën
  • Tetrapoten 
  • Drie clades: salamanders, kikkers en wormsalamanders 
  • Metamorfose 
  • Bevruchting buiten het lichaam, geen schaal  

Slide 26 - Slide

Hoofdstuk 34.5
Aan het eind van deze les kun je onderscheid maken tussen reptielen en zoogdieren binnen de groep van amnioten en de gemeenschappelijke kenmerken van reptielen beschrijven, zoals de huid met keratine en de voortplanting op het land.

Slide 27 - Slide

Hoofdstuk 34.5
  • Amnioten
  • --> Reptillia en Zoogdieren
  •  Amniotisch ei
  • --> Het amnion
  • --> Het chorion
  • -->  De dooierzak
  • --> De Allantois


Slide 28 - Slide

Hoofdstuk 34.5
•    Zoogdieren als amnioten

Slide 29 - Slide

Hoofdstuk 34.6
Aan het eind van deze les kun je onderscheid maken tussen de drie grote lijnen van zoogdieren: cloacadieren, buideldieren en placentadieren, en de voortplantingsstrategieën en kenmerken van elke groep identificeren.

Slide 30 - Slide

Classificatiespel (34.6)
  1. W: Classificatiespel 
  2. H: Met de hele klas
  3. H: Je klasgenoten
  4. T: 10 min
  5. U: De belangrijkste verschillen tussen zoogdieren op een rijtje 
  6. K: Wachten tot het spel afgelopen is

Slide 31 - Slide

Leerdoelen:
Aan het einde van deze les kun je:

  1.  …de belangrijkste kenmerken van chordadieren identificeren, waaronder de chorda, het dorsale, holle zenuwkoord, faryngale bogen en spleten, en de gespierde staart.
  2.  …de kenmerken van verschillende soorten aquatische vertebraten vergelijken, zoals slijmprikken en lampreien.
  3. … de overgang van kraakbeen naar been in de evolutie van vertebraten begrijpen en de rol van de zwemblaas.
  4. … begrijpen wat tetrapoden zijn en identificeer je hun belangrijkste kenmerken, zoals ledematen met tenen en een apart hoofd met een nek.
  5. … Onderscheid maken tussen reptielen en zoogdieren binnen de groep van amnioten en de gemeenschappelijke kenmerken van reptielen beschrijven, zoals de huid met keratine en de voortplanting op het land.
  6. … onderscheid maken tussen de drie grote lijnen van zoogdieren: cloacadieren, buideldieren en placentadieren, en de voortplantingsstrategieën en kenmerken van elke groep identificeren.

Slide 32 - Slide

Afsluiting 
  1. W: Leerdoelen toetsen/evaluatie  
  2. H: Exit ticket invullen + feedback
  3. H: Zelfstandig 
  4. T: 5 min 
  5. U: Toetsing van de leerdoelen en evaluatie miniles 
  6. K: Lever je exit ticket voor vertrek van de les

Slide 33 - Slide