DENKEN-DELEN-UITWISSELEN

DENKEN-DELEN-UITWISSELEN
1 / 10
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

DENKEN-DELEN-UITWISSELEN

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Het doel van deze opdracht is om jou te laten beseffen dat het niet nodig om elk woord in een Duitse tekst te hoeven op te zoeken om de tekst te kunnen begrijpen.  

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Met welke coöperatieve werkvorm gaan we aan de slag? 
Denken – Delen – Uitwisselen
1. De docent geeft een opdracht of stelt een vraag.
2. Denk zelf na, je mag je antwoord opschrijven.
3. Overleg met je maatje of met je groepje.
4. Wissel je antwoord uit met de hele klas/groepje.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Denken 
Aufgabe: Schrijf in je schrift op wat deze woorden zouden kunnen betekenen. 
heißt = ___________
auch = ____________
gerne = ____________
in der Nähe = ____________
Garten = _____________
spazieren = _______________



timer
3:00

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Schrijf de betekenis van de woorden nogmaals voor jezelf op.   
Mein Name ist Anna. Ich komme aus Österreich und lebe seit drei Jahren in Deutschland. Ich bin 15 Jahre alt und habe zwei Geschwister: Meine Schwester heißt Klara und ist 13 Jahre alt, mein Bruder Michael ist 18 Jahre alt. Wir wohnen mit unseren Eltern in einem Haus in der Nähe von München. Meine Mutter ist Köchin, mein Vater arbeitet in einer Bank.
Ich lese gerne und mag Tiere: Wir haben einen Hund, zwei Katzen und im Garten einen Teich mit Goldfischen. Ich gehe auch gerne in die Schule, mein Lieblingsfach ist Englisch. Mathematik und Deutsch mag ich nicht so gerne.
Nach der Schule gehe ich oft mit meinen Freundinnen im Park spazieren, manchmal essen wir ein Eis. Am Samstag gehen wir oft ins Kino. Am Sonntag schlafe ich lange, dann koche ich mit meiner Mutter das Mittagessen. Nach dem Essen gehen wir mit dem Hund am See spazieren. Sonntag ist mein Lieblingstag!

Slide 5 - Slide

De docent leest de tekst voor. De leerlingen schrijven onder het  voorlezen de betekenis van de woorden nogmaals op. 
Delen
Aufgabe: deel je 2e antwoord met je maatje. Schrijf uiteindelijk je definitieve antwoord op. 
heißt = ___________
auch = ____________
gerne = ____________
in der Nähe = ____________
Garten = _____________
spazieren = _______________



timer
5:00

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Uitwisselen
Aufgabe: deel je definitieve antwoord met de rest van de klas. 
heißt = ___________
auch = ____________
gerne = ____________
in der Nähe = ____________
Garten = _____________
spazieren = _______________



Slide 7 - Slide

De docent kies zelf leerlingen uit om het antwoord op de vraag te geven. 
Antwoorden
Aufgabe: controleer je antwoorden.
  
heißt = heet
auch = ook
gerne = graag
in der Nähe = in de buurt 
Garten = tuin
spazieren = wandelen



Slide 8 - Slide

De docent kies zelf leerlingen uit om het antwoord op de vraag te geven. 
Afsluiting
Wat heb je geleerd? 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting:
Is het nodig om elk woord te moeten begrijpen om de tekst te kunnen begrijpen?

Slide 10 - Open question

Als je tijd hebt, kun je dit nog verder bespreken in de klas.