Warsha: 1. mijn kinderen wilden niet opstaan, daarom moest ze haasten, 2. ik ga met een leuk persoon op het terras koffie drinken, 3. ik moet mijn vriendin een berichtje sturen dat ik niet op tijd ben
Juraisko: 1. ik heb een eitje gebakken voor iemand vanochtend en nu ben ik te laat, 2. ik ga naar Walibi, 3. ik videobel met de begeleider dat ik later ben
Younes: 1. ik was aan het opdrukken op mijn vingers waardoor ik de tijd vergat, 2. ik ga naar de sportschool om te werken, 3. ik vraag aan de conducteur of ik even naar buiten mag om te roken
Jonivo: 1. ik stond te lang onder de douche en moest rennen om de trein te halen, 2. Ik ga naar Rotterdam naar het gebarencafé, 3. ik stuur een vriend een berichtje dat ik wat later ben
Rachel: 1. Ik had geen ontbijt en moest dat lenen bij mijn buurman, 2. ik ga naar het zwembad, 3. ik vertel aan de persoon waar ik naast zit dat ik een vriend een berichtje ga sturen.