1.5 Werkwoordsvormen

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 1
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 1
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
Pak je boek van Nederlands met je schrift, laat het boek nog even dicht. 



Slide 2 - Slide

2. Leergebiedoverstijgende doelen
Zelfstandig leren
- Werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld. 

Als er staat leg je antwoord uit, doe je dat. 




Slide 3 - Slide

Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie. 
???

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Thirza, Kyano, Zouhir, Oscar, Nikki

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
Rik, Jayson, Damian

Slide 4 - Slide

3. Lesdoel
Aan het eind van deze les; 
- kun je de PV, het hele werkwoord en het voltooid deelwoord herkennen. 

Slide 5 - Slide

Verdiept arrangement:
Namen lln. 

Huiswerk noteren + maken:
Les: 1.5
blz.: 21 t/m 23
opdr.: 7 + 9

Slide 6 - Slide

Mini-check
Quiz mee

Slide 7 - Slide

Noteer het voltooid deelwoord van:
doen

Slide 8 - Open question

Noteer het hele werkwoord van:
slaap

Slide 9 - Open question

Noteer het hele werkwoord + voltooid deelwoord van:
zet

Slide 10 - Open question

Wie maakt wat:
3 vragen goed? Ga zelfstandig aan de slag:
Blok 1 Les: 1.5 blz.: 21 t/m 23 opdr.: 7 + 9

De rest doet mee met de instructie.

Slide 11 - Slide

4. Instructie
Lees en kijk mee naar de volgende dia's.

Slide 12 - Slide

Vormen van een werkwoord (1)
Er zijn meerdere werkwoordsvormen:

- persoonsvorm;
- hele werkwoord;
- voltooid deelwoord.

Slide 13 - Slide

Werkwoordsvormen (2)
- staat er in een zin één werkwoord, dan is dat automatisch de persoonsvorm;
- staan er meer werkwoorden in de zin, dan weet je dankzij de tijdproef welke de persoonsvorm is;
- voor de overige werkwoorden geldt: het is een voltooid deelwoord en/of een heel werkwoord.

Slide 14 - Slide

Persoonsvorm
- een werkwoord heeft verschillende persoonsvormen. Het past zich aan, aan wie of wat het doet;
- in iedere zin staat een persoonsvorm.
enkelvoud 1 ik                      meervoud 1 wij
                       2 jij                                            2 jullie
                       3 hij/zij/het                           3 zij

Slide 15 - Slide

Hele werkwoord
- dat eindigt op -en;
- gelijk aan de meervoudsvormen.

Voorbeelden: lopen, denken, zeggen, spelen, lachen.

 

Slide 16 - Slide

Voltooid deelwoord
- begint meestal met ge-, be- en ver-;
- eindigt op een -t, een -d of -en;
- dit is de werkwoordsvorm als er een persoonsvorm van de werkwoorden 'hebben', 'worden' of 'zijn' in de zin staat. 

Voorbeelden: gemaakt, verteld, gelachen.

Slide 17 - Slide

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Lees en maak les 1.5, blz. 21 t/m 23, opdr. 7 t/m 8.

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
namen lln... kom aan de instructietafel zitten. 
Niels; laptop pakken om voorleesfunctie te krijgen. 

Slide 18 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je leest en maakt zelfstandig, in stilte:
V: les 1.5, blz. 21 t/m 23, opdr. 7 + 9 --> namen lln
B: les 1.5, blz. 21 t/m 23, opdr. 7 + 8 --> Thirza, Kyano, Zouhir, Oscar, Nikki
I: les 1.5, blz. 21 t/m 23, opdr. 7 + 8  --> Rik, Jayson, Damian

Ben je klaar?
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 
2. Huiswerk ander vak afmaken. 
3. Leren toets / lezen / woordzoeker. 
timer
30:00

Slide 19 - Slide

7. Evaluatie
- Zelfstandig leren; werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
 
Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 




Slide 20 - Slide

Het regent de hele dag.
Welke vorm van het werkwoord is regent?
A
PV
B
hele werkwoord
C
voltooid deelwoord

Slide 21 - Quiz

Het heeft de hele dag geregend.
Welke vorm van het werkwoord is geregend?
A
PV
B
voltooid deelwoord
C
hele werkwoord
D
uur

Slide 22 - Quiz

Noteer het hele werkwoord van:
maak

Slide 23 - Open question

Noteer het voltooid deelwoord van:
maak

Slide 24 - Open question

Noteer het hele werkwoord van:
is

Slide 25 - Open question

Ik kan de PV in een gegeven zin vinden.
010

Slide 26 - Poll

Ik kan het hele werkwoord in een gegeven zin vinden.
010

Slide 27 - Poll

Ik kan het voltooid deelwoord in een gegeven zin vinden.
010

Slide 28 - Poll

Afsluiting
Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ....................

Slide 29 - Slide