3.1 Hofstelsel en horigheid

Leerdoelen
  • oorzaken noemen voor het ontstaan van een agrarische samenleving en het hofstelsel;
  • uitleggen dat niet alle middeleeuwse boeren dezelfde sociaal-economische positie hadden;
  • de middeleeuwse standen noemen; 
  • een beschrijving geven van de taken en plichten van leenheren en leenmannen; 
  • uitleggen dat het feodale stelsel voortkwam uit een agrarische samenleving.
1 / 10
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Leerdoelen
  • oorzaken noemen voor het ontstaan van een agrarische samenleving en het hofstelsel;
  • uitleggen dat niet alle middeleeuwse boeren dezelfde sociaal-economische positie hadden;
  • de middeleeuwse standen noemen; 
  • een beschrijving geven van de taken en plichten van leenheren en leenmannen; 
  • uitleggen dat het feodale stelsel voortkwam uit een agrarische samenleving.

Slide 1 - Slide

Kenmerkende aspecten
  • De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid
  • Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur

Slide 2 - Slide

0

Slide 3 - Video

Schema over ontwikkeling naar het hofstelsel

Slide 4 - Slide

Ontstaan hofstelsel
  • Wegvallen centraal gezag in het W-Romeinse Rijk waardoor oorlogen werden gevoerd tussen lokale heersers met als gevolg toenemende onveiligheid! Boeren zochten bescherming!
  • Reizen over lange afstand werd onveilig waardoor lange afstandshandel en geldeconomie wegviel, steden raakten ontvolkt en verdwenen. 
  • Geld werd schaars en een uitgebreid ambtenarenapparaat kon niet in stand worden gehouden!
  • Gemeenschappelijk belang (res publica) verdween en de macht kwam in handen van koningen en zijn vertrouwelingen waarbij koninkrijken een soort privebezit werden.

Slide 5 - Slide

Het domein
Hofstelsel: economisch (landbouw)stelsel waarbij boeren gebonden zijn aan een domein (sociaaleconomische eenheid) van een heer/klooster. Kenmerkend:
Driedeling van de grond 
1. vroonhof/hoeve ook wel voorloper van het kasteel voor bescherming) met bijgebouwen (molen, smederij, weverij, kerkje etc.)
2. Akkers en boerderijen van vrije en horige boeren
3. Woeste grond (grazen vee, hout kappen etc.)

Slide 6 - Slide

De boeren
  • Vrije boeren: bewerkten hun eigen land en vrije beschikking over hun eigen persoon en goederen. Militaire verplichting om voor hun heer te strijden (eigen wapenuitrusting)
  • Horigen: Verplichtingen: gebonden aan het land, verrichten herendiensten en betaling in natura. Rechten: geen militaire dienst, gebruik  stukje grond voor zichzelf en bescherming door de heer!
  • Lijfeigenen: geen bezit en werkzaam en als knechten woonachtig op hoeve van de heer (vroonhoeve). Geen vrijheid!

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Van agrarisch-urbaan naar agrarisch
  • Steden, handel en wegen van het voormalig West-Romeinse Rijk verdwenen
  • Er ontstond een verschuiving van een landbouwstedelijke naar een vrijwel volledige autarkische landbouwsamenleving
  • Er was nog wel enige mate van specialisatie binnen een dorp en ruilhandel met omringende gebieden

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video