1BKA Cursus 7 Spelling Verkleinwoorden

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands

Slide 1 - Slide

Welkom bij het vak Nederlands
  • Telefoon in de tas
  • We gaan direct op onze eigen plek zitten
  • Niet naar de wc tijdens de les, alleen bij hoge nood
  • Stil is ook stil.  Steek je hand wanneer je wat wilt vragen
  • Zitten volgens plattegrond (mits aanwezig) 
  • Luisteren naar elkaar als iemand anders aan het woord is 
  • Luisteren naar de docent als de docent aan het woord is



Slide 2 - Slide

Hoe gaat het? 

Slide 3 - Slide

Welkom
Pak je iPad, log in op §6, pak je boek op cursus 7,  
 je schrift en je pen.

Log in op deze LessonUp.   
timer
3:00

Slide 4 - Slide

Mededelingen
18 april 
Nieuwe datum
Cijfers zakelijke e-mail 

Slide 5 - Slide

Cursus 7 - Spelling
verkleinwoorden

Slide 6 - Slide

Doelen van deze les
Je leert hoe je van zelfstandig naamwoorden verkleinwoorden kunt maken
Je leert wat je achter een woord kunt zetten om te verkleinen
Je leert dat je soms andere letters toe moet voegen

maar eerst: herhalen meervouden van een zelfstandig naamwoord. 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Verkleinwoord.
Wat is het verkleinwoord van "arm"?
A
Armetje
B
Armkje
C
Armje
D
Armpje

Slide 10 - Quiz

Wat is het verkleinwoord van 'het verkleinwoord'?
A
de verkleinwoorden
B
het
C
het kleinere woord
D
het verkleinwoordje

Slide 11 - Quiz

Wat is een verkleinwoord?
A
Het baby-vliegtuig
B
Het kadetje
C
Het kalf
D
Het veulen

Slide 12 - Quiz

Verkleinwoorden
A
woningkje
B
woninkje

Slide 13 - Quiz

welk woord is goed geschreven?
A
hondtje
B
kanttje
C
pootje
D
bloemje

Slide 14 - Quiz

bedenk zelf een woord én het verkleinwoord dat op -je eindigt
Voorbeeld: drank-drank-je

Slide 15 - Open question

bedenk nu zelf een verkleinwoord waarbij je andere letters extra toe moet voegen

Slide 16 - Open question

welk woord is goed geschreven?
A
behangetje
B
trainingetje
C
bedangkje
D
slangtje

Slide 17 - Quiz

Bij een zelfstandig naamwoord op -ng
moet je soms de -g vervangen door een -k 

kettinkje

                        DE G IS VERDWENEN

koninkje

Slide 18 - Slide

Bedenk zelf het verkleinwoord bij een woord dat eindigt op -ng

Slide 19 - Open question

Heb je vragen?

Steek je vinger op en 
wacht tot je aan de beurt bent. 

Slide 20 - Slide

Verkleinwoorden
Maak je meestal door -je achter een woord te zetten.
bootje
magneetje
haakje

Slide 21 - Slide

Soms moet je andere letters toevoegen
bloempje

wandelingetje
tuintje

Slide 22 - Slide

welke woorden leren we?


- je: tas-je
-pje: bloem-pje, schuim-pje
-tje: tuin-tje
-etje: wandeling-etje


Slide 23 - Slide

Zelf aan de slag!
B en K:  paragraaf §6, online op iPad. Eerst 1, 2 en 3
Hoe: op Ipad, zelfstandig en in stilte. 

klaar? 
1.maak spellingsalarm (opdracht 4, 5, 6b,7b en 8b) 
2. maak  §7 mixopdrachten (opdracht 1 t/m 8b)
3. kijk je opdrachten na, antwoorden op Magister. 

Klaar met §6? Laat mij zien hoe je het hebt gedaan. 
timer
20:00

Slide 24 - Slide

wat heb ik gedaan om de doelen te bereiken?

Slide 25 - Open question

Tot morgen!

Slide 26 - Slide

Verkleinwoord.
Wat is het verkleinwoord van appel?
A
appeltje
B
appelje
C
appel'tje
D
appeletje

Slide 27 - Quiz