H9 Schakelingen

1 / 47
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

H9 Schakelingen

 


Het doel is dat jullie uiteindelijk een inbraakalarm gaan maken. Dit hoofdstuk bestaat vooral uit het gebruiken van je kennis uit H3 en 4 voor het maken van schakelingen.


Even een opfrisser.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Een geleider heeft...?
A
Geen weerstand
B
Hoge weerstand
C
Lage weerstand
D
50 Ohm aan weerstand

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Video

Weerstand berekenen

Slide 6 - Slide

Aan de slag
Vanaf hier ga je zelfstandig met de vragen aan de slag. Ben je klaar? Lees 9.1 en begin aan de opdrachten. 

Slide 7 - Slide

De formule voor weerstand is:
A
R = U / I
B
Weerstand = R + R
C
R = U x I
D
Weerstand is geen formule voor

Slide 8 - Quiz

Wat is het symbool (de afkorting) van weerstand?
A
R
B
U
C
I
D
A

Slide 9 - Quiz

Weerstand waarde van een draad wordt aangegeven in..?
A
Ohm
B
Ohm . m
C
Volt / m
D
Ohm/m

Slide 10 - Quiz

Hoe bereken je de weerstand?
A
Volt : Ampère
B
Ampère : Volt
C
Ampère x Volt
D
Volt + Ampère

Slide 11 - Quiz

Spanning is 230 Volt en de stroom is 10 Ampere.
Wat is de weerstand van het apparaat?
A
2,3 ohm
B
2300 ohm
C
23 ohm
D
0,04 ohm

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Wat is de functie van de kleurcode op een weerstand?
A
Geeft de weerstand soort aan
B
Geeft de weerstand waarde in Volt aan
C
Geeft de weerstand waarde in Ohm aan
D
Geeft de temperatuur waarde van de weerstand aan

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Video

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Vervangingsweerstand?
A
1,8 kΩ
B
900 Ω
C
9 kΩ

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Parallel
Vervanginsweerstand parallelschakeling. 

1/Rv =  1/R1 + 1/R2 + ....

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Vervangingsweerstand parallel schakeling
A
310 Ω
B
24 Ω
C
12 Ω

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Regelbare weerstand
Wanneer is de weerstand het grootst:
A
De weerstand is altijd even groot.
B
Als de weerstand een lange afstand aflegt door het laagje koolstof.
C
Als de stroom een korte afstand af legt door het laagje koolstof.

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Slide

bij een NTC..
A
stijgt, als de temperatuur daalt
B
stijgt, als de temperatuur stijgt
C
daalt, als de temperatuur stijgt
D
daalt, als de temperatuur daalt

Slide 29 - Quiz

LDR
Light dependant resistance. 

Op licht reagerende weerstand. 

Denk aan lantaarnpalen die aan gaan wanneer het buiten donker wordt. 

Slide 30 - Slide

LDR is een lichtgevoelige weerstand. Wat is goed...
A
De weerstand is alleen geeft licht.
B
De weerstand is hoog bij veel licht.
C
De weerstand is laag bij veel licht.
D
De weerstand is altijd gelijk.

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Video

9.3 en 9.4

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Video

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide